hulpwerkwoorden Verleden Tijd, 'zijn' en 'hebben' 2

   ZIJN  (WAREN)     HEBBEN  (HADDEN)      
Hulpwerkwoorden komen altijd samen met een ander werkwoord in de zin. 
Er zijn verschillende hulpwerkwoorden.
bijvoorbeeld hulpwerkwoorden van tijd. 

VERLEDEN TIJD: WAREN en HADDEN 
1 / 14
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 6

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

   ZIJN  (WAREN)     HEBBEN  (HADDEN)      
Hulpwerkwoorden komen altijd samen met een ander werkwoord in de zin. 
Er zijn verschillende hulpwerkwoorden.
bijvoorbeeld hulpwerkwoorden van tijd. 

VERLEDEN TIJD: WAREN en HADDEN 

Slide 1 - Slide

Hele werkwoord is "zijn"
schrijf op in VT :
Vorige week ....... mijn broertje gevallen.

Slide 2 - Open question

Hele werkwoord "hebben"
schrijf op in VT:
Gisteren...... mijn moeder ookeen ongeluk.

Slide 3 - Open question

Hele werkwoord: "zijn"
schrijf op in VT:
Jij ..... gisteren op het strand.

Slide 4 - Open question

Hele werkwoord: "hebben"
schrijf op in VT:
Jij ..... een zwembroek aan met strepen.

Slide 5 - Open question

Het .... gisteren verschrikkelijk warm.
is  
was 
waren 
zijn 

Slide 6 - Drag question

Gisteren ..... we lekker naar het zwembad. 
is  
was 
waren 
zijn 

Slide 7 - Drag question

Vroeger ...... we een zwembad, maar nu is het zwembad stuk.
hadden
had
heb 
hebben

Slide 8 - Drag question

Vorige week ...... je nog een trui nodig, maar nu is dat te warm.
hadden
had
heb 
hebben

Slide 9 - Drag question

Hele werkwoord: "zijn"
schrijf op in VT:
Vorige week ...... we in het buitenbad

Slide 10 - Open question

Hele werkwoord: "hebben"
schrijf op in VT:
In de avond .... we geen zin meer.

Slide 11 - Open question

Hele werkwoord: "zijn"
schrijf op in VT:
Toen ...... jullie naar huis gaan lopen.

Slide 12 - Open question

Hele werkwoord: "hebben"
schrijf op in VT:
Toen ...... jullie blaren op jullie voeten.

Slide 13 - Open question

Wat vond je van deze les?

Slide 14 - Open question