This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 120 min
Items in this lesson
Spreken, kijken en luisteren
Slide 1 - Slide
Tekstdoelen
Slide 2 - Slide
Geef aan voor wie het programma speciaal wordt gemaakt. Waarom denk je dat?
Het fragment is speciaal bedoeld voor … , omdat … .
Slide 3 - Open question
Geef aan voor wie het programma speciaal wordt gemaakt. Waarom denk je dat?
Het fragment is speciaal bedoeld voor … , omdat … .
Slide 4 - Open question
Geef aan voor wie het programma speciaal wordt gemaakt. Waarom denk je dat?
Het fragment is speciaal bedoeld voor … , omdat … .
Slide 5 - Open question
Aan het einde komt er een boodschap in beeld. Wat moeten de kijkers doen?
Slide 6 - Open question
Wat is het doel van de makers van het programma?
A
overhalen
B
informeren
C
amuseren
Slide 7 - Quiz
Het fragment is een informerend filmpje. Waar gaat het over? Probeer je antwoord in één woord te geven.
Slide 8 - Open question
Onderwerp van gesproken teksten
Om een samenvatting te maken van een een fragment maak je tijdens het kijken en luisteren aantekeningen. Zo doe je dat zo goed mogelijk:
Gebruik geen hele zinnen, schrijf steekwoorden op.
Laat af en toe een regel leeg, dan kun je later nog iets aanvullen.
Schrijf netjes, zodat je achteraf alles nog kunt lezen.
Werk je aantekeningen zo snel mogelijk uit, zodat je geen belangrijke zaken vergeet.
Slide 9 - Slide
Opdracht
Bekijk het fragment.
Maak tijdens het bekijken van het filmpje aantekeningen op een blaadje.
Typ deze daarna over in de classroom.
Portfolio-opdracht
Slide 10 - Slide
Waarom moesten mensen langer werken toen er machines in de fabrieken kwamen?
Slide 11 - Open question
‘Zonder kinderen zou hun bedrijf niet kunnen draaien.’ Wat wordt hiermee bedoeld?
Slide 12 - Open question
Formeel en informeel gesprek
Slide 13 - Slide
Formeel en informeel gesprek
Slide 14 - Slide
Je hebt de laatste tijd vaak last van je keel. Je bent schor en slikken doet pijn. Je slaapt slecht en bent overdag heel moe. Als je huiswerk moet maken, val je boven je boek in slaap. Je lucht je hart bij je moeder. Wat vertel je haar?
Slide 15 - Open question
Je moeder vindt dat je naar de dokter moet gaan. Je belt op om een afspraak te maken. De assistente neemt de telefoon op en noemt haar naam. Wat zeg je?
Slide 16 - Open question
Vanmiddag mag je al komen. Om te weten hoe lang je bezoekje aan de dokter ongeveer duurt, vraagt de assistente waar je voor komt. Wat is je antwoord?
Slide 17 - Open question
Als je weer op school bent, breng je verslag aan je mentor uit, want die moet hiervan weten. Wat vertel je?