Spreken, kijken en luisteren

Spreken, kijken en luisteren
  •  drie luistermanieren
  • onderwerp benoemen van een fragment
  • herkennen van inleiding, middenstuk en slot van een fragment
  • verschil: formeel en informeel taalgebruik
  • kun je een korte informatieve presentatie houden
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Spreken, kijken en luisteren
  •  drie luistermanieren
  • onderwerp benoemen van een fragment
  • herkennen van inleiding, middenstuk en slot van een fragment
  • verschil: formeel en informeel taalgebruik
  • kun je een korte informatieve presentatie houden

Slide 1 - Slide

Wat kun je al?
  • Je kunt al het doel en het publiek van een programma benoemen.
  • Je kent al monoloog, dialoog en groepsgesprek.

Slide 2 - Slide

drie luistermanieren
  1. Globaal: In grote lijnen een spreker volgen.


2.     Precies: nauwkeurig luisteren, je moet de tekst kunnen samenvatten


3.     Selectief: gericht zoeken naar uitspraken of beweringen 

Slide 3 - Slide

Precies luisteren
  •  aantekeningen maken
  •  streepjes / pijltjes / getallen / rijtjes / schema's
  •  stel vragen
  •  laat soms een regel leeg, zodat je nog kunt aanvullen
  •  werk je aantekeningen zo snel mogelijk uit.

Slide 4 - Slide

Opbouw van een tekst
  •  inleiding: De spreker maakt je nieuwsgierig voor het onderwerp.


  •  middenstuk: de spreker gaat er uitgebreider op in.


  •  slot: de spreker concludeert / vat samen

Slide 5 - Slide

Formeel of Informeel

Een informeel gesprek is een gesprek met familie en vrienden.


Informeel: je / jou, vlottere taal en grapjes maken mag.


Een formeel gesprek voer je met bijv de dokter of schooldirecteur.


Formeel: U, nette taal, je bent beleefd.

Slide 6 - Slide

 fragment opdr 57

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Link

Slide 9 - Link

fragment opdr 59

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

fragment opdr 62

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video