Het werkwoord werden

Welke betekenis heeft werden?:
Was werdet ihr jetzt machen?
A
worden
B
zullen
1 / 10
next
Slide 1: Quiz
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Welke betekenis heeft werden?:
Was werdet ihr jetzt machen?
A
worden
B
zullen

Slide 1 - Quiz

er (werden)
A
er wirt
B
er werdet
C
er wird
D
er werd

Slide 2 - Quiz

du (werden)
A
du wirdst
B
du werdst
C
du werdest
D
du wirst

Slide 3 - Quiz

(werden): wir ...
A
werde
B
werden
C
wirst
D
wirden

Slide 4 - Quiz

Welke betekenis heeft werden?
Ich werde morgen abgeholt.
A
worden
B
zullen

Slide 5 - Quiz

werden (Thomas)
A
werdet
B
wirst
C
werdest
D
wird

Slide 6 - Quiz

ich (werden)
A
werde
B
wird
C
wirst
D
werd

Slide 7 - Quiz

Welke betekenis heeft werden hier:
Die Lehrerin wird die Aufgaben besprechen.
A
wordt
B
zal

Slide 8 - Quiz

Welke betekenis heeft werden hier:
Ich werde dir morgen helfen!
A
word
B
zal

Slide 9 - Quiz

Welke betekenis heeft werden hier:
Ich werde morgen 15 Jahre alt.
A
word
B
zal

Slide 10 - Quiz