3A 5.3 + 5.4 herhaling rekenen

Hoofdstuk 5.3 + 5.4 herhaling
Vorige les: 
Overmaat en ondermaat

Deze les:
Energie en reactiesnelheid (botsende deeltjes model)
1 / 24
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 5.3 + 5.4 herhaling
Vorige les: 
Overmaat en ondermaat

Deze les:
Energie en reactiesnelheid (botsende deeltjes model)

Slide 1 - Slide

Als je een poster lang in de zon laat hangen verkleurt de poster.
Hoe noem je deze reactie?
A
Thermolyse
B
Elektrolyse
C
Endolyse
D
Fotolyse

Slide 2 - Quiz

Welk energie-effect komt het meest voor bij ontledingsreacties?
A
Exotherm
B
Endotherm
C
Fotolyse
D
Elektrolyse

Slide 3 - Quiz

Welke informatie staat er in een reactievergelijking?
A
Molecuulformules, fasen en verhoudingen
B
Namen en fasen
C
Energie-effect

Slide 4 - Quiz

Overmaat en Ondermaat
Wanneer stopt een reactie?
Wat is over- en ondermaat?
Hoe bepaal je welke stof er in over- of ondermaat aanwezig is?

Slide 5 - Slide

Voordat we het scheikundig maken:



  • Wanneer stop je met eten?
  • Wat doe je als je saus op is?
  • Wat doe je als er saus over blijft?

Slide 6 - Slide

Wanneer stopt een reactie?
  1. Als een van de beginstoffen op is of wordt weggehaald
  2. Het reactiemengsel onder de reactietemperatuur daalt

Slide 7 - Slide

Wat is ondermaat?
Een stof die volledig op is einde van een reactie is in:
Ondermaat

Slide 8 - Slide

Wat is overmaat?
Een stof die overblijft aan het einde van een reactie is in:
Overmaat

Slide 9 - Slide

Voorbeeld over- en ondermaat
Reactie:

Stel we hebben 4 gram waterstof en 30 gram zuurstof.

Welke stof is er in overmaat en welke is er in ondermaat?
2H2(g)+O2(g)>2H2O(l)

Slide 10 - Slide

Voorbeeld over- en ondermaat

Welke stof is er in overmaat en welke is er in ondermaat?
  1. Wat is de massaverhouding tussen zuurstof en waterstof?
  2. Hoeveel zuurstof hebben we nodig om 4 gram waterstof te verbranden?
2H2(g)+O2(g)>2H2O(l)

Slide 11 - Slide

Voorbeeld over- en ondermaat

  1. Wat is de massaverhouding tussen zuurstof en waterstof?
2H2(g)+O2(g)>2H2O(l)
Massaverhouding (u)
4,00
32,00
Massa (g)
2H2
O2

Slide 12 - Slide

Voorbeeld over- en ondermaat
  1. Massaverhouding
  2. Hoeveel  zuurstof hebben we nodig om 4 gram waterstof te verbranden?
Massaverhouding (u)
4,00
32,00
Massa (g)
4,00
?
2H2(g)+O2(g)>2H2O(l)
2H2
O2
4,00(4,0032,00)

Slide 13 - Slide

Voorbeeld over- en ondermaat
  1. Massaverhouding
  2. Hoeveel  zuurstof hebben we nodig om 4 gram waterstof te verbranden?





Dus we hebben 32,00 g zuurstof nodig om 4,00 g waterstof te verbranden
Massaverhouding (u)
4,00
32,00
Massa (g)
4,00
?
2H2(g)+O2(g)>2H2O(l)
2H2
O2
4,00(4,0032,00)

Slide 14 - Slide

Oefening:
  • Je gaat rekenen aan de reactie van het voorbeeld
  • Je krijgt 5 minuten
  • Herhaal de stappen uit het voorbeeld
  • Voer je antwoord in de volgende slide in 

Slide 15 - Slide

Hoeveel gram waterstof kan er reageren met 30 gram zuurstof?
timer
5:00

Slide 16 - Open question

Uitwerking
2H2(g)+O2(g)>2H2O(l)
Massaverhouding (u)
4,00
32,00
Massa (g)
?
30,0
2H2
O2
32,00(30,04,00)=3,75
H2

Slide 17 - Slide

Botsende deeltjes.
Verklaar: Mg (s) + HCl bruist
in een warm buisje veel harder dan in een koud buisje.
timer
2:00

Slide 18 - Open question

Botsende deeltjes. Verklaar:
1e buis: 1 g Mg + HCl 18 g/L bruist
2e buis: 1 g Mg + HCl 36 g/L bruist veel harder
timer
2:00

Slide 19 - Open question

energiediagram

Slide 20 - Slide


De reactie in dit energiediagram verloopt: ....
timer
1:00
A
endoderm
B
exotherm
C
endotherm
D
endoxerm

Slide 21 - Quiz

volgende les:

6.1 Drie nieuwe scheidingsmethoden in de industrie.

Slide 22 - Slide

Samenvatting
  1. Wanneer stopt een reactie?
  2. Wanneer is een stof in ondermaat?
  3. Wanneer is een stof in overmaat?
  4. Welke verhouding heb je nodig om de over/ondermaat te bepalen? 

Slide 23 - Slide

Huiswerk
Lezen: 152 t/m 154 en 157 t/m 160
Afmaken: 29 t/m 45

Slide 24 - Slide