Grammatica: redekundig (les 2)

Welkom!

1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?

- Terugblik 

- Lesdoelen doornemen 

- Instructie 

   --> iedereen doet mee vandaag!

- Zelf aan de slag 

- Evaluatie 

Slide 2 - Slide

Terugblik
- Vorige les hebben we kort even de leerstof uit jaar 1 herhaald.

- Doel was om het werkwoordelijk gezegde, onderwerp,                    lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp en bijwoordelijke     
  bepaling te kunnen benoemen.

Slide 3 - Slide

Lesdoelen
Aan het eind van deze les...

  • ...heb je alle zinsdelen uit jaar 1 herhaald.
  • ...kun je die zinsdelen benoemen in een zin.

Slide 4 - Slide

Stappenplan gramm. redekundig 
1.  Zoek het werkwoordelijk gezegde (PV + OVERIGE WW'EN)
2. Knip de zin in zinsdelen
3. Zoek het onderwerp (WIE?)
4. Zoek het lijdend voorwerp (WAT?)
5. Zoek het meewerkend voorwerp (AAN/VOOR WIE?)
6. Zoek de bijwoordelijke bepaling (WANNEER, WAAROM, HOE?)

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Kun je de zinsdelen benoemen?
''De modestudenten tonen donderdag hun collectie aan het publiek.''

wwg - ond - lv - mv - bwb

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

Zelf aan de slag!
- Maak opdracht 1 t/m 3 (blz. 19-20)
- Klaar? Kijk je werk na!




Had je alles goed? 
--> Maak de plusopdrachten (paars)
--> Af? Bestudeer de samenvatting 
       grammatica 
Had je een paar foutjes in de opdrachten?
--> Bestudeer de samenvatting grammatica 
--> Af? Maak de extra oefeningen (blauw)
--> Af? Maak één van de plusopdrachten

Slide 18 - Slide

Samenvatting grammatica
  • Heb je moeite met het benoemen van een zinsdeel? Bekijk HIER de samenvatting van grammatica redekundig (TIP!).

  • Blijf je het lastig vinden? Bekijk dan één (of meerdere) van de instructiefilmpjes op de volgende slides.
 
  • Na het bekijken van ieder filmpje, maak je de bijbehorende oefeningen (volgende slide).

Slide 19 - Slide

Zinsdeelproef
- Bekijk hier het filmpje over het toepassen van de zinsdeelproef. Doe je oortjes in tijdens het kijken en luisteren!

- Maak vervolgens de volgende opdracht:

Slide 20 - Slide

Persoonsvorm
- Bekijk hier het filmpje over het vinden van de persoonsvorm (PV). Doe je oortjes in tijdens het kijken en luisteren!

- Maak vervolgens (één van) de volgende opdrachten:

Slide 21 - Slide

Werkwoordelijk gezegde
- Bekijk hier het filmpje over het werkwoordelijk gezegde (WWG). Doe je oortjes in tijdens het kijken en luisteren!

- Maak vervolgens de volgende opdracht:

Slide 22 - Slide

Onderwerp
- Bekijk hier het instructiefilmpje over het onderwerp (OND). Doe je oortjes in tijdens het kijken en luisteren!

- Maak vervolgens (één van) de volgende opdrachten:

Slide 23 - Slide

Lijdend voorwerp
- Bekijk hier het filmpje over het lijdend voorwerp (LV). Doe je oortjes in tijdens het kijken en luisteren!

- Maak vervolgens (één van) de volgende opdrachten:

Slide 24 - Slide

Meewerkend voorwerp
- Bekijk hier het instructiefilmpje over het meewerkend voorwerp. Doe je oortjes in tijdens het kijken en luisteren!

- Maak vervolgens (één van) de volgende opdrachten:

Slide 25 - Slide

Bijwoordelijke bepaling
- Bekijk hier het instructiefilmpje over de bijwoordelijke bepaling (BWB). Doe je oortjes in tijdens het kijken en luisteren!

- Maak vervolgens (één van) de volgende opdrachten:

Slide 26 - Slide

Plusopdrachten
1. Maak de sleepoefening.
2. Maak de quizopdrachten (volgende dia's).
2. Maak, om een klasgenoot te testen, uitdagende en originele quizvragen over de zinsontleding (pv, wwg, ond, lv, mv en bwb). Je mag daarvoor gebruik maken van Kahoot (let op: je hebt wel een account nodig!)
-> stuur je quizvragen naar: i.jeleskovic@ovc.asg.nl

Slide 27 - Slide