didactiek P3, Didactische werkvormen deel 1

Wat is je favoriete film of serie?
1 / 30
next
Slide 1: Open question
didactiekMBOStudiejaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Wat is je favoriete film of serie?

Slide 1 - Open question

lesstof periode 3
Thema 4: Planning en lesopbouw
Thema 8: Didactische werkvormen
Thema 11: Evaluatie
Onderdeel thema Bewegingsvormen :
Differentiëren en BHU model

Slide 2 - Slide

Wat is de toetsvorm periode 3
A
15 open vragen
B
Een LVB inleveren
C
Een LVB en open vragen maken op toetsmoment
D
LVB en vragen inleveren

Slide 3 - Quiz

Didactische werkvormen 
Thema 8

Slide 4 - Slide

Warming up
Wat weten we nog van bewegingsvormen?

Slide 5 - Slide

Methodische principes

Slide 6 - Mind map

Methodische principes
1. Van hoofdonderdelen naar gedetailleerde onderdelen
2. Van laag naar hoog vlak.
3. Met veel rust naar weinig rust ( hersteltijd).
4. Van langzaam uitvoeren naar snel uitvoeren.
5. Van weinig spelregels naar veel.

Slide 7 - Slide

Waar moet Bewegingsvorm aan voldoen?

Slide 8 - Mind map

Zijn eisen hieronder in bewegingsvorm in volgende video toepasbaar?
- Veilig,
- betekenisvol,
- belevingswaarde en afwisseling (psychisch curve)
- optimale intensiteit,
- differentiatie mogelijk,
- methodisch goed opgebouwd.

Slide 9 - Slide

Didactische werkvormen: T8

Slide 10 - Slide

Noem zo veel mogelijk activiteiten ( manieren) die een lesgever gebruikt om iets sportiefs aan te leren bij een deelnemer:

Slide 11 - Mind map

• Informatie geven (elleboog moet hoog zijn bij uithaal borstcrawl)
• Opdrachten geven (borstcrawl 3 baantjes met hoge elleboog)
• Uitleggen (met hoge elleboog zwem je stabieler en dus sneller)
• Verbeteren (probeer eens met je duim langs oksel te gaan)
• Beurten geven (wie kan de armslag uitleggen?)
• Laten experimenteren, uitproberen/oefenen

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

De didactische werkvormen bepalen hoe je de bewegingsvormen gaat aanbieden

Slide 15 - Slide

Waar in het didactisch model, staan "didactische werkvormen"?
A
Tegenover de beginsituatie
B
als onderdeel van de les/training
C
Bij de evaluatie
D
Onder de doelstelling

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide

Op welke 3 manieren kun je didactische werkvormen indelen?
A
Organisatorisch, wijze van aanbieden, volgens beginsituatie
B
Organisatorisch, wijze van aanbieden, ruimte die de lesgever biedt
C
Opdrachtvorm, wijze van aanbieden, ruimte die de lesgever biedt

Slide 18 - Quiz

Didactische werkvormen

Slide 19 - Mind map

Open didactische werkvorm
  • Veel vrijheid voor deelnemers om keuzes te maken
  • Niet veel vastgelegd
  • Docent laat groep meer vrij
  • Laten uitproberen

Slide 20 - Slide

Gesloten didactische werkvorm 
  • Trainer heeft regie
  • Trainer bepaalt
  • Vaak klassikaal 
  • Iedereen doet vaak het zelfde
  •  Geen vrijheid voor deelnemer om zelf te kiezen
  • Veiligheid vaak belangrijk

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Wordt er op jouw BPV meer gebruik gemaakt van de open of gesloten werkvorm? Waarom?

Slide 23 - Slide

Open of gesloten werkvorm
A
Open
B
Gesloten

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Video

Open of gesloten werkvorm
A
Open
B
Gesloten

Slide 26 - Quiz

Met welke doelgroep kies je voor een open didactische werkvorm?

Slide 27 - Mind map

Met welke doelgroep kies je voor een gesloten didactische werkvorm?

Slide 28 - Mind map

Kijk op je LVB: welke didactische werkvormen staan hierop? Zoek de betekenis op in je boek (T8). 
Opdracht voor tweetallen:

Slide 29 - Slide

En nu?
  •  Afmaken lesvoorbereiding 2e les
  • Klaar? Werken aan BPV opdrachten
  • Werken aan opdrachten

Slide 30 - Slide