werkwoordtijden (wederkerend) zich 3.5

Kort herhalen (vr 7-2)
Scheidbare werkwoorden
vb afwassen
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Kort herhalen (vr 7-2)
Scheidbare werkwoorden
vb afwassen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Programma
Terugblik- 5 min
bespreken- 5 min
Nieuwe lesstof 10 min
Aan de slag: 20 min
vrije tijd : 5 min

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Maak zinnen met de volgende woorden
1. Afwassen - IK
2. nadoen- jij
3. aanmelden- hij
4. omdraaien- u
5. uitrusten - wij
6.? Bedenk zelf een woord 
timer
3:00

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

huiswerk bespreken 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Doel van de les
Je weet wat wederkerende werkwoorden zijn.
(werkwoorden met zich)

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld wederkerend ww
Ik vergis me wel eens.

Je kunt een ander niet vergissen, alleen jezelf. 
Daarom noem je dit een verplicht wederkerend werkwoord. 

Bij het werkwoord hoort een wederkerend voornaamwoord (me)

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Wederkerende werkwoorden
Wederkerend = letterlijk 'terugkerend', komt terug.


Het werkwoord slaat terug op het onderwerp.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Toevallig wederkerend ww
Er zijn ook werkwoorden die wederkerend gebruikt kunnen worden, zoals verwonden. 
Zij krijgen soms het woordje zich

  • Ik verwondde me aan de groenteschaaf (wederkerend).
  • Ik verwondde mijn broertje met de grasmaaier (niet-wederkerend) .

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Tips & Trics
Zet de zin in de hij-vorm, dan verandert het wederkerend voornaamwoord in 'zich' en dat is wel makkelijk te herkennen.

Dus: Ik verveel me. -⊳ Hij verveelt zich.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Is dit werkwoord wederkerend?
bemoeien
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quiz

Het werkwoord is: zich bemoeien.
- Bemoei je met je eigen zaken.
- Ouders bemoeien zich met de opvoeding van hun kinderen.
In welke zin staat een wederkerend werkwoord?
A
Je verveelt je snel in een saaie les.
B
Je bent snel afgeleid in een saaie les.
C
Je hoopt dat de tijd snel gaat in een saaie les.

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Een wederkerend voornaamwoord
is vast verbonden met een .....
A
lidwoord
B
BN
C
ZN
D
werkwoord

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

welke van deze werkwoorden is geen verplicht wederkerend werkwoord?
A
verslapen
B
uitsloven
C
gedragen
D
wassen

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Filmpje
Luisteroefening: welke wederkerende werkwoorden gebruikt de docent?

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Video

This item has no instructions

Schrijf de wederkerende werkwoorden uit het filmpje op!

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Verder oefenen
Ga naar 3.5en maak opdracht 1,2,3,4 
en 5 samen met je buurman/vrouw

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

5 min pauze

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions