What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
stijlfiguren overdrijven en herhaling
Les 2
overdrijven en herhaling
1 / 13
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
This lesson contains
13 slides
, with
interactive quizzes
and
text slide
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Les 2
overdrijven en herhaling
Slide 1 - Slide
Herhaling =
A
De woorden worden herhaald of hetzelfde woord wordt vaker genoemd, maar net iets anders.
B
Er wordt een aantal dingen op een rij gezet of na elkaar opgenoemd.
C
Dingen worden tegenover elkaar gezet, waardoor de verschillen extra opvallen.
D
Iets wordt groter of erger gemaakt dan het in werkelijkheid is.
Slide 2 - Quiz
Overdrijving =
A
iets mooier maken dan het is
B
kunnen drijven
C
ergens overheen varen
Slide 3 - Quiz
Is er in de onderstaande zin sprake van herhaling of overdrijving?
Ik sta hier al eeuwen te wachten.
A
Herhaling
B
Overdrijving
Slide 4 - Quiz
Is er in de onderstaande zin sprake van een herhaling of een overdrijving?
‘Wil je daar nu echt, echt mee stoppen’!
A
herhaling
B
overdrijving
Slide 5 - Quiz
Herhaling of overdrijving?
Ik heb je lief zoals je soms als een gouden zomerdag bent, nee, nee, nee, ik heb je lief zoals je bent.
A
herhaling
B
overdrijving
C
beiden
Slide 6 - Quiz
Herhaling of overdrijving?
Voor de zoetste verleidingen ga je naar 'De Chocoladefontein’.
A
herhaling
B
overdrijving
Slide 7 - Quiz
Herhaling of overdrijving?
Mijn nieuwe schoenen zijn zo groot, de hele wereld past eronder.
A
herhaling
B
overdrijving
Slide 8 - Quiz
Kijken, kijken, niet kopen!
De schrijver versterkt zijn tekst hier door ...
A
Herhaling
B
Overdrijving
Slide 9 - Quiz
De regen viel met bakken uit de lucht.
A
Herhaling
B
Overdrijving
Slide 10 - Quiz
Wat is een GEEN voorbeeld van een overdrijving
A
De dag duurde zo lang dat ik in slaap viel
B
Het was een eindeloos durende dag
C
Het was een doodsaaie dag
D
Het was een leuke dag
Slide 11 - Quiz
Maak nu zelf een zin waar herhaling in voorkomt.
Slide 12 - Open question
Maak nu zelf een zin waar overdrijving in voorkomt.
Slide 13 - Open question
More lessons like this
stijlfiguren overdrijven en herhaling
September 2024
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
stijlfiguren overdrijven en herhaling
August 2023
- Lesson with
11 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Les 2: Herhaling en overdrijving
December 2022
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Les 2: herhaling en overdrijving 3t
September 2024
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3
Les 2: herhaling en overdrijvin
September 2023
- Lesson with
10 slides
Les 2: herhaling en overdrijving
September 2023
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3
Les 2: herhaling en overdrijving
September 2024
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3
Leesvaardigheid les 1 en 2.
September 2023
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3