Lezen en argumentatie - h4b

h4 vandaag
welkom
- opdracht drogredenen 
- werken aan boekverslagen / boekverslagen inleveren / boektitels in Simulise 


1 / 30
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 30 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

h4 vandaag
welkom
- opdracht drogredenen 
- werken aan boekverslagen / boekverslagen inleveren / boektitels in Simulise 


Slide 1 - Slide

Aan het einde van de les: 
- weet je wat een standpunt en wat een argument is. 

- heb je iets meer inzicht in wat je nog weet van leesvaardigheid, doordat je Test jezelf hebt gemaakt. 

Slide 2 - Slide

Startopdracht argumenteren 
1. We kijken naar gesprekje tussen presentator Johan Derksen en longarts Pauline Dekker n.a.v. de maand Stoptober. 

2. Pak een pen beantwoord tijdens het kijken de vragen. Gebruik telegramstijl, zodat je zo veel mogelijk vragen kunt beantwoorden. 


Slide 3 - Slide

Talent online, Test jezelf 
Wat weet je al over argumenteren? 

1. Ga naar Talent online.
2. Kies hoofdstuk 1, paragraaf 1.1 (voorbereiden).
3. Lees opdracht 1, 2 en 3 door. 
4. Maak daarna Test jezelf. 

Slide 4 - Slide

h4b vandaag
welkom! 
- Afmaken Test jezelf 
- Klaar? Werk aan je boekverslag(en)
inleveren alle boekverslagen: vrijdag 9 juni 


Slide 5 - Slide

Aan het einde van de les: 
- weet je wat een standpunt en wat een argument is. 

- ken je verschillende soorten argumentatieschema's.

Slide 6 - Slide

h4 vandaag
welkom!
- bespreken opdracht 3 t/m 6 
- uitleg + opdracht drogredenen 
- invullen boektitels in Simulise + werken aan boekverslag
vrijdag: werkles boekverslag + boekverslag inleveren


Slide 7 - Slide

Argumenteren
aantekeningen

Slide 8 - Slide

1. Standpunten 
- standpunt: je mening over een bepaalde kwestie

Drie soorten: 
- positief: je vindt dat iets wèl moet gebeuren 
- negatief: je vindt dat iets nìet moet gebeuren
- twijfel: je weet niet of iets wel of niet moet gebeuren 

Slide 9 - Slide

2. Argument, tegenargument, weerlegging
- Argument: de reden waarom je iets vindt
          --> signaalwoorden: want, omdat, namelijk, aangezien, 
                                                      immers

- Objectief argument: gebaseerd op feiten (eventueel gesteund door onderzoek 
- Subjectief argument: gebaseerd op iets persoonlijks (ervaring, overtuiging, normen en waarden)

Slide 10 - Slide

2. Argument, tegenargument, weerlegging
- Tegenargument: met een tegenargument ontkracht je het standpunt
De kans is groot dat ze je na je overlijden als orgaandonor zullen gebruiken (standpunt); ze zitten immers te springen om donoren (argument)
- Maar slechts één op de vijfduizend overledenen wordt als orgaandonor gebruikt. (tegenargument) 

- Weerlegging: met een weerlegging ontkracht je een argument
Ik wil niet meer naar Italië op vakantie (standpunt), want ze hebben er nauwelijks vegetarische gerechten (argument). 
Onzin: de Italiaanse keuken is juist beroemd om zijn groenteschotels. (weerlegging)

Slide 11 - Slide

Argumentatieschema's / rederneringen  
Argumentatieschema's: 

1. oorzaak en gevolg 
--> Zijn vader is onlangs overleden (oorzaak). Daardoor is het examen nu minder belangrijk voor hem (gevolg). 

Slide 12 - Slide

Argumentatieschema's 
2. kenmerk of eigenschap 
--> Jeroen is eigenlijk nog een groot kind (standpunt), want het liefst speelt hij nog met zijn lego (argument). 

3. voor- en nadelen 
--> Als je havo 4 over doet, krijg je wel een goede basis voor havo 5, maar je mist er ook een jaar mee. 

Slide 13 - Slide

Argumentatieschema's 
4. voorbeelden 
--> Je kunt absoluut niet op hem rekenen (standpunt). Zo kwam hij gisteren zonder te bellen niet opdagen en hij was ook het cadeau vergeten (argument). 
5. vergelijking 
--> Als Joost meegaat, krijgen we ruzie (standpunt). De vorige keer toen hij er was liep het ook uit de hand (argument). 

Slide 14 - Slide

Argumentatieschema's 
6. autoriteit 
--> Je moet voortaan twee keer in de week vis eten (standpunt). Laatste bleek uit onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen dat regelmatig vis eten goed is voor hart, bloedvaten en geheugen (argument). 

Slide 15 - Slide

Drogredenen 
https://www.youtube.com/watch?v=hSz7yO7bckI&t=9s


Slide 16 - Slide

Drogredenen 
1. Onjuist beroep op oorzaak en gevolg 
--> Jeroen zal wel nooit zijn vwo-diploma halen, want bij hem thuis hebben ze nog steeds geen internet. 

2. Onjuist beroep op kenmerk of eigenschap
--> Meneer van Dam kan heel goed met pubers opschieten, dus hij zal vast een prima leraar zijn. 

Slide 17 - Slide

Drogredenen 
3. Overdrijven van voor- of nadelen 
--> Je moet af en toe eens gaan hardlopen. Als je dat doet, wordt je veel fitter, gaat je geheugen met sprongen vooruit en haal je waarschijnlijk de honderd. 
4. Vals dilemma

Slide 18 - Slide

Maken tekst 2, p. 14
- Je gaat zo meteen aan de slag met tekst 2, p. 14. 

- Je maakt vraag 8 t/m 10, maar je slaat de volgende vragen over: 
- 8a
- 9c
- 10e 

Slide 19 - Slide

Extra vragen bij tekst 2
Om inzicht te krijgen in jouw manier van lezen, moet je bij sommige vragen jouw aanpak omschrijven. Doe dat voor vraag:

8e: hoe beslis jij waar een tussenkopje komt?
9a: hoe bepaal jij het onderwerp van een tekst?
9d: hoe beantwoord jij tekstinhoudelijke vragen? 
10f: wat zijn tegenargumenten en weerleggingen? 

Slide 20 - Slide

h4b vandaag
welkom!
lesplanning / lesdoelen
terugblik aanpak leestekst 
nakijken / analyseren antwoorden Talent tekst 2, p. 14 
tijd over: werk aan je boekverslag (a.s. vrijdag inleveren!) 

Slide 21 - Slide

Na deze les... 
- heb je meer inzicht in je eigen kunnen op het gebied van leesvaardigheid. 

- weet je aan welk onderdeel van leesvaardigheid je nog wilt werken. 

Slide 22 - Slide

Aanpak tekst 2 (terugblik) 
Bespreek met je buur of buuf hoe jij de onderstaande drie vragen hebt aangepakt. Wat zijn de overeenkomsten en verschillen? 
- 8e: hoe beslis je waar een tussenkopje komt? 
- 9a: hoe bepaal je het onderwerp van een tekst? 
- 9d: hoe ga je te werk bij vragen over de inhoud? Wat is je strategie en wat is belangrijk? 
timer
3:00

Slide 23 - Slide

Nakijken en analyse, Talent p. 14
1. Kijk jouw antwoorden op de vragen van tekst 2 na met behulp van het antwoordmodel (Talent, p. 14). 
2. Als je je antwoorden hebt nagekeken, vul je het analyseformulier in. Let op: de vragen op het formulier staan niet in de juiste volgorde! 
3. Kies daarna één vraag die jij goed hebt en je buur of buuf niet. Leg uit hoe je aan het juiste antwoord bent gekomen. 

Slide 24 - Slide

Komende vrijdag... 
- deadline boekverslagen (in de les heb je tijd om eraan te werken) 

- werken aan doelen leesvaardigheid 

Slide 25 - Slide

H4B vandaag 
Welkom! 
Planning komende lessen 
Deze les: werk aan je boekverslag
Klaar? Maak Test jezelf, hoofdstuk 3 in Talent online

Slide 26 - Slide

Planning 
  • vandaag: boekverslagen in orden maken / Test jezelf 

  • dinsdag: argumentatie en drogredenen (n.a.v. jullie analyses)

  • woensdag: laatste oefenleestekst Talent

  • vrijdag: oefenleestekst bespreken +  een beetje gezelligheid

Slide 27 - Slide

H4B vandaag 
welkom! 
nakijken zin 3 en 4 van de blokjesschema's 
drogredenen 
bespreken Talent vraag 10 (p. 16) over drogredenen
Talent tekst 3, p. 17, opdracht 14 en 16 (p. 18) 


Slide 28 - Slide

Slide 29 - Video

Opdracht Talent, p. 17
1. We lezen tekst 3 gezamenlijk. 

2. Je maakt (eventueel in tweetallen) vraag 14 en 16. 

Slide 30 - Slide