'Pro-poor growth'/basisbehoeftenbenadering → empowerment armen(sociale- en politiek participatie) (ideeën World Bank) → sleutel? → alleen i.c.m. 'enabling environment' → multidimensionale aanpak (foto)
Zelfbevestiging belangrijker dan prestaties (McClelland) Westen = individuele prestatiedrang → toch prestatiedrang in niet-westerse landen (= voor het collectief) → navolging is niet perse de beste route (zie NIC's met 'self help'/community development) (actief inzetten voor de gemeenschap)
Spread effects (= gebieden met grote winstverwachting worden opgezocht. De periferie profiteert van economische ontwikkeling in het centrum → meer vraag naar landbouwproducten + stedelingen sturen geld naar familie op het platteland )
Backwash effects (= gebieden met een geringe winstverwachting worden gemeden → kapitaal, grondstoffen en werknemers komen in steden terecht)
Kijk kritisch naar auteurs: wie vertegenwoordigen ze?
Welk beeld heb jij nu van 'fair trade'?
Slide 17 - Slide
EC groei d.m.v. industriële ontwikkeling
Rostow
5 fases
Uitgangspunt = ontwikkelingslanden nemen min of meer ook de weg van het industrieel kapitalisme (fases overslaan in een optie)
Belangrijke kanttekening: zijn de condities voor ontwikkeling in de niet-westerse wereld vergelijkbaar met die van rijke landen vroeger? → Vaak niet, soms wel zoals de NIC's
Ontwikkeling vanuit de externe omgeving bekeken...
d
Centrum-periferie theorie
"Onderontwikkeling = gevolg van de ongelijkwaardige, asymmetrische, politieke en economische mutaties tussen centrum en periferie"
Friedman spreekt over een 'quasi-koloniale mutatie' als het binnen een land gebeurd.
Steden (= centrum) zuigen grondstoffen, arbeiders en kapitaal uit de omliggende gebieden (= periferie)
Dit systeem bestaat op alle wereldniveaus.
Dependencia-theorie
Onderscheid zich van de 'centrum-periferie' door:
Grote aandacht voor de historisch gegroeide relaties tussen arme & rijke landen.
Geënt op de situatie in Latijns-Amerika
Verklaart onderontwikkeling in L-A door:
Europese koloniale exploitatie (16e-18e eeuw)die, na de onafhankelijkheid (19e eeuw) werd gevolgd door overheersing door het Westers industrieel kapitalisme (eerst Britten, daarna N-A)
Gevolgen: 'surplus value' → surplus periferie (L-A) naar centrum (N-A)
surplus = kapitaalvlucht naar het buitenland, rentebetalingen op buitenlandse schulden en ongelijke ruil grondstoffen vs industriële producten
Het kapitalisme wordt afgewezen als middel tot ontwikkeling
Wat wel? revolutie vanuit de periferie in socialistische zin (kapitaal + productiebeslissingen in handen van de gemeenschap)
Self-reliance ( zelfvoorzienend) (Ralph Emerson)
Minder afhankelijk van het buitenland → richten op binnenlandse markt
Controle houden over eigen hulpbronnen
Bevordering handel met buurlanden
Volgen van intuïtie en minder afgaan op externe partijen