Voltooid deelwoord m1

Voltooid deelwoord
Als het goed is, heb je vorige les de complete uitleg over het voltooid deelwoord gehad en begrepen. Nu je hebt ook al een stencil gemaakt. Deze LessonUp is voor jou een quiz om te controleren of je alles kent en begrijpt. Je kunt voor de zekerheid op de volgende pagina nog een keer de uitleg bekijken en beluisteren via Youtube. Succes.
1 / 21
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Voltooid deelwoord
Als het goed is, heb je vorige les de complete uitleg over het voltooid deelwoord gehad en begrepen. Nu je hebt ook al een stencil gemaakt. Deze LessonUp is voor jou een quiz om te controleren of je alles kent en begrijpt. Je kunt voor de zekerheid op de volgende pagina nog een keer de uitleg bekijken en beluisteren via Youtube. Succes.

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

haben en sein
Om een zin te maken met het voltooid deelwoord heb je ook de werkwoorden haben en sein nodig. Deze moet je dus ook kennen.

Slide 3 - Slide

Das Verb haben
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
habe
hast
hat
haben
habt
haben

Slide 4 - Drag question

Het werkwoord sein
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind

Slide 5 - Drag question

(Heb jij) Lust zu grillen?
(Ik ben) gern am Strand.
Im Dezember (is het) kalt.
Julius (heeft) nur abends Zeit.
(Zijn) die Straßen heute glatt?
(Hebben) deine Eltern die Reise schon gebucht?
ist es
ich bin
hat
sind
hast du
haben

Slide 6 - Drag question

Hoe maak ik het voltooid deelwoord van het werkwoord machen?
_ _ + _ _ _ _ + _

Slide 7 - Open question

Hoe maak ik het voltooid deelwoord van het werkwoord retten?
_ _ + _ _ _ _ + _ _

Slide 8 - Open question

Hoe maak ik het voltooid deelwoord van het werkwoord studieren?
_ _ _ _ + _

Slide 9 - Open question

Het voltooid deelwoord van arbeiten
A
gearbeitet
B
gearbeitt
C
gearbeit
D
arbeit

Slide 10 - Quiz

het voltooid deelwoord van wohnen
A
wohnt
B
gewohnd
C
gewohnt
D
gewohnet

Slide 11 - Quiz

Het voltooid deelwoord van spielen
A
gespielet
B
gespield
C
spielt
D
gespielt

Slide 12 - Quiz

Voltooid deelwoord van gratulieren
A
gegratuliert
B
vergratuliert
C
gratuliert
D
grutijuisdfjkhsdfn

Slide 13 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van reden?
A
redt
B
redet
C
geredt
D
geredet

Slide 14 - Quiz

Voltooid tegenwoordige tijd zwakke ww
Du ... am Montag ...
1e puntjes = vorm van haben
2e puntjes = voltooid deelwoord van arbeiten
A
habe gearbeitet
B
habe gearbeit
C
hast gearbeitet
D
hast arbeit

Slide 15 - Quiz

Ich ... mein Auto ...
1e puntjes = vorm van haben
2e puntjes = voltooid deelwoord van putzen
A
hat geputzt
B
habe geputzt
C
habe geputzet
D
habe putzt

Slide 16 - Quiz

Er ... den ganzen Nacht ...
1e puntjes = vorm van haben
2e puntjes = voltooid deelwoord van feiern
A
habe gefeiert
B
habt gefeiert
C
hat gefeiert
D
haben gefeiert

Slide 17 - Quiz

Ihr ... eine tolle party ...
1e puntjes = vorm van haben
2e puntjes = voltooid deelwoord van organisieren
A
habt organisiert
B
habt georganisiert
C
hat organisiertt
D
hast georganisiert

Slide 18 - Quiz

Vertaal de zinnen naar het Duits.
Ik heb in Berlin gewoond.

Slide 19 - Open question

Vertaal de zin naar het Duits.
Wij hebben in Basel gestudeerd.
(studieren)

Slide 20 - Open question

Heb je nog vragen over het voltooid deelwoord of haben/sein?

Slide 21 - Open question