What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
H4 Nieuw Nederlands: Taalverzorging: Grammatica en Formuleren
1 / 26
next
Slide 1:
Video
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
This lesson contains
26 slides
, with
interactive quizzes
,
text slide
and
2 videos
.
Lesson duration is:
20 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Video
Hoe vind je het lijdend voorwerp?
Het lijdend voorwerp is antwoord op de vraag:
A
Wie /wat + onderwerp + gezegde?
B
Wie/wat + persoonsvorm?
C
Wie/wat + onderwerp?
D
Wie/wat + gezegde?
Slide 2 - Quiz
Wat geeft het lijdend voorwerp aan?
A
Wat er gedaan wordt in een zin
B
Wie/wat iets doet in een zin
C
Alle werkwoorden in een zin
D
Wie/wat iets overkomt in een zin
Slide 3 - Quiz
Het lijdend voorwerp begint NOOIT met een ...
A
lidwoord
B
voorzetsel
C
bijvoeglijk naamwoord
D
werkwoord
Slide 4 - Quiz
Wat kan GEEN lijdend voorwerp zijn?
A
De kat met het gebroken pootje
B
de pan met tomatensoep
C
in de tuin van de buren
Slide 5 - Quiz
Er zit ALTIJD een lijdend voorwerp in een zin.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quiz
Er kunnen meer lijdend voorwerpen in een zin staan
A
JA
B
NEE
Slide 7 - Quiz
Wat is het lijdend voorwerp?
Zij heeft dat al gedaan.
Slide 8 - Open question
Lijdend voorwerp: Wat of wie + wwg + ond?
Mijn ouders hebben voor ons sushi gemaakt.
Wat is het lijdend voorwerp?
Slide 9 - Open question
Lijdend voorwerp: Wat of wie + wwg + ond?
Wanneer mail jij het werkstuk aan je klasgenoten?
Wat is het lijdend voorwerp?
Slide 10 - Open question
Maak met het werkwoord 'bijten' een zin met een lijdend voorwerp.
Noteer onder de zin het lijdend voorwerp.
Slide 11 - Open question
Staat in deze zin een lijdend voorwerp?
Mijn hond rent elke dag 50 kilometer.
A
Ja
B
Nee
Slide 12 - Quiz
Welke verwijswoorden gebruik je voor 'het boek'?
A
deze, die
B
deze, dat
C
dit, dat
D
die, dit
Slide 13 - Quiz
Het-woorden:
dat, dit
he
t
--> da
t
+ di
t
De-woorden:
die, deze
d
e
--> di
e
+ dez
e
Onzijdig
Mannelijk/
vrouwelijk
Slide 14 - Slide
Welke verwijswoorden gebruik je voor 'de verloting'?
A
deze, die
B
deze, dat
C
dit, dat
D
die, dit
Slide 15 - Quiz
Welke verwijswoorden gebruik je voor 'het kind'?
A
deze, die
B
deze, dat
C
dit, dat
D
die, dit
Slide 16 - Quiz
De jongen ..... met Ilona zit te kletsen, heet Leonardo.
A
dat
B
dit
C
die
D
deze
Slide 17 - Quiz
Het jongetje .... zijn knuffel kwijt was, kon niet slapen.
A
dat
B
dit
C
die
D
deze
Slide 18 - Quiz
Waar is mijn fiets? ..... staat buiten.
A
die
B
dat
C
deze
D
dit
Slide 19 - Quiz
De open dag ... ik heb bezocht, was interessant.
A
dat
B
die
Slide 20 - Quiz
Het kleed ..... daar ligt, is van mijn moeder geweest.
A
wat
B
die
C
wie
D
dat
Slide 21 - Quiz
In welke zin is het juiste verwijswoord gebruikt?
A
We gingen een film kijken, die zij niet leuk vond.
B
We gingen een film kijken, dat zij niet leuk vond.
C
We gingen een film kijken, wat zij niet leuk vond.
D
Wij gingen een film kijken, deze zij niet leuk vond.
Slide 22 - Quiz
Bij onzijdige woorden gebruik je de verwijswoorden 'dit' en 'dat'.
A
juist
B
onjuist
Slide 23 - Quiz
In welke zin is het juiste verwijswoord gebruikt?
A
Ik haalde een hoog cijfer, die ik goed kon gebruiken
B
Ik haalde een hoog cijfer, dat ik goed kon gebruiken.
Slide 24 - Quiz
Exit-ticket:
Wanneer schrijf je dat en
wanneer die?
Slide 25 - Open question
Slide 26 - Video
More lessons like this
H4 Nieuw Nederlands: Taalverzorging (Grammatica en Formuleren) - deel 2
March 2024
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
H4 Nieuw Nederlands: Taalverzorging (Formuleren)
March 2024
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Mannelijk, vrouwelijk en onzijdig
May 2022
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
TV 1T H4 Mannelijke/vrouwelijke/onzijdige woorden
June 2023
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Mannelijke/vrouwelijke/onzijdige woorden
September 2022
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
H4 Mannelijke/vrouwelijke/onzijdige woorden
April 2022
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
1BK: Mannelijke/vrouwelijke/onzijdige woorden
March 2022
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
1T/H Cursus 6, Formuleren , verwijswoorden
January 2023
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1