18.5 Eiwitten in een cel 6V 2324

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
18.5      Eiwitten    in een cel
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
18.5      Eiwitten    in een cel

Slide 1 - Slide

Doel 18.5
☐ Je kunt verschillende technieken beschrijven om een eiwitprofiel van een cel te maken.

Slide 2 - Slide

Proteoom
Proteoom: het totaal aan aanwezige eiwitten in een cel op een bepaald moment
Proteomics: studie naar de aanwezigheid van eiwitten in een cel 

Slide 3 - Slide

Technieken
DNA-micro array: aantonen aanwezig RNA in de cel
2D electroforese: eiwitten scheiden op lading en gewicht
Massaspectografie: hoeveelheid eiwit van bepaald gewicht meten

Slide 4 - Slide

DNA micro array





1. mRNA uit een cel wordt geisoleerd

Slide 5 - Slide

DNA micro array





2. mRNA wordt met behulp van reverse transcriptase terugvertaald naar DNA (met fluorescerende nucleotiden)

Slide 6 - Slide

DNA micro array
Het cDNA bevat geen
introns
Het cDNA is
complementair aan
de coderende streng
(en niet aan het gen zelf!)

Slide 7 - Slide

DNA micro array





3. cDNA stukjes worden opgebracht op een micro-array

Slide 8 - Slide

DNA micro array





3. In de vakjes van die micro-array bevinden zich stukken van de coderende streng van interessante genen

Slide 9 - Slide

DNA micro array





3. Alleen de stukken cDNA die complementair zijn aan de DNA stukken in de vakjes blijven zitten

Slide 10 - Slide

DNA micro array





4. Je kunt zien van welke genen mRNA aanwezig was in de cel door de fluorescentie

Slide 11 - Slide

2D electroforese
1. Eiwitten worden in een pH kolom
gescheiden op basis van hun zuurgraad
2. Basische eiwitten gaan aan de zure kant
zitten en andersom.

Slide 12 - Slide

2D electroforese
2. Eiwitten met hetzelfde iso-
elektrisch punt scheiden op
gewicht.
* eiwitten migreren naar de +pool
* kleine eiwitten migreren sneller


Slide 13 - Slide

Massaspectometrie
Eerst worden de eiwitten
ge-ioniseerd. Daarna
versneld. De iondetector
meet hoeveel ionen er
per tijdseenheid op
terecht komen. De zwaardere ionen (dus de zwaardere eiwitten) komen later dan de lichte

Slide 14 - Slide

Doel 18.5
☐ Je kunt verschillende technieken beschrijven om een eiwitprofiel van een cel te maken.

Slide 15 - Slide

Begrippen 18.5
proteoom, proteomics, DNA micro-array, reverse transcriptase, complementair DNA, 2D electroforese, massaspectrografie,iso-elektrisch punt, massaspectrometer

Slide 16 - Slide

Hierna
Herhalen H5: erfelijkheid
Herhalen H7: evolutie

Slide 17 - Slide

Huiswerk
In de online methode.
Kies leerweg B.
18.5: alle vragen

Slide 18 - Slide