Grammatica havo 3 - Herhalingsles Blok 4

Herhalingsles
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Herhalingsles

Slide 1 - Slide

Zodra de wekker af is gegaan, sta ik op.
A
hoofdzin, bijzin
B
bijzin, bijzin
C
hoofdzin, hoofdzin
D
bijzin, hoofdzin

Slide 2 - Quiz

Stijn draagt de tas en James loopt met de hond.
A
bijzin, hoofdzin
B
bijzin, bijzin
C
hoofdzin, bijzin
D
hoofdzin, hoofdzin

Slide 3 - Quiz

Terwijl moeder het beslag maakt, zet Evi de oven aan.
A
bijzin + hoofdzin
B
hoofdzin + hoofdzin
C
bijzin + bijzin
D
hoofdzin + bijzin

Slide 4 - Quiz

Aan de slag!
  • Maak opdr. 8 (Blok 5) -
    blz. 189 (alleen zin 2, 4, 5, 6) 

  • Klaar?
- Herhaling/verdieping
Blok 1 t/m 4
- Oefenen cambiumned.nl
timer
20:00

Slide 5 - Slide

Voornaamwoorden
  • persoonlijk vnw
  • bezittelijk vnw
  • wederkerend vnw
  • wederkerig vnw
  • vragend vnw
  • betrekkelijk vnw
  • betrekkelijk vnw m.i.a.
  • onbepaald vnw

Slide 6 - Slide

Persoonlijk vnw
Verwijst naar een persoon, een groep personen of voorwerpen.

Tip: Je kunt altijd een naam (of namen) op de plek van een persoonlijk vnw zetten
bv. Hij slaat mij -> Piet slaat Truus

Slide 7 - Slide

Persoonlijk voornaamwoord

Slide 8 - Slide

Let op!
Het is lidwoord, maar ook een persoonlijk voornaamwoord.

  • Een lidwoord hoort bij een zelfstandig naamwoord.
  • Een persoonlijk voornaamwoord vervangt een zelfstandig     naamwoord.
    bv. Het doet mij goed dat je mij komt helpen.

Slide 9 - Slide

Bezittelijk voornaamwoord
Geeft aan van wie iets is. Staat altijd voor het zelfstandig naamwoord en neemt de plaats van het lidwoord in.

Mijn kamer, ons huis, zijn nieuwe kleren

Kan ook zelfstandig voorkomen, bv. Dat is het mijne.

Slide 10 - Slide

Bezittelijk voornaamwoord

Slide 11 - Slide

Bezittelijk of persoonlijk vnw?
Dat is mijn boek! 
Mijn = bezittelijk voornaamwoord
Tip: kun je niet vervangen door
een naam! (bv. Dat is Piet boek -
kan niet!)

Dat boek is van mij.
Mij = persoonlijk voornaamwoord
Tip: kun je vervangen door een naam! (bv. Dat boek is van Piet)

Slide 12 - Slide

Wederkerend voornaamwoord
Wederkerend betekent dat iets terugkeert --> Het onderwerp keert terug (maar dan in een ander woord)
Een wederkerend voornaamwoord past zich aan aan het onderwerp.
Ik vergis ik me
jij vergist jij je
hij vergist hij zich
wij vergissen wij ons
etc.

Slide 13 - Slide

Wederkerend voornaamwoord

Slide 14 - Slide

Wederkerig voornaamwoord

elkaar, elkander

(gewoon uit je hoofd leren!)

Slide 15 - Slide

elkander
In de laatste oefeningen zul je het woord 'elkander' tegenkomen. Dit woord valt onder de categorie 'wederkerige voornaamwoorden'.

Slide 16 - Slide




Huiswerk



Je hebt geen huiswerk

Slide 17 - Slide