Starttaal 2F: Thema 1 - H3 - les 3 herhaling TT VT

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Starttaal 2F Leerwerkboek A

PRÉ ENTREE

Les organisatie

• Ligt je boek klaar?
• Heb je een pen bij de hand?

Leerdoelen 

Aan het einde van de les:

Kun je werkwoorden vervoegen in de TT en VT.

Leerdoelen vorige les

Aan het einde van de les:

Weet je het verschil tussen enkelvoud en meervoud;

Weet je wat sterke werkwoorden zijn;

Weet je wat zwakke werkwoorden zijn;

Kun je een werkwoord in de verledentijd vervoegen.

Herhaling les 1 

Bekijk de volgende instructie filmpjes en maak daarna de vragen.

1. De garagehouder [verkopen].................................... mijn vader een kapotte uitlaat.

2. Kippen en eenden [leggen]........................................ witte eieren.

3. De leerling [knippen]........................................ lange zinnen.

4. De koeien [geven]........................................ verse melk.

5. [Eten]........................................ rupsen alleen groene blaadjes?

6. De ijverige schilder [schuren]......................... en [verven]......................... de lelijke deur.

7. De meester en de juf [geven]........................................ leuke lesjes.

8. De hongerige eekhoorn [verstoppen]........................................ lekkere beukennootjes.

9. De lieve leesmoeder [geven]........................................ Marieke een lange leesbeurt.

10. De postbode [brengen]........................................ ons een dikke brief.

1. Al zingend [huppelen]........................................ de vrolijke meisjes door de gymzaal.

3. Opa [verzamelen]........................................ postzegels.

4. De auto [stoppen]........................................ voor het stoplicht.

5. De bakker [bakken]........................................ het brood in de nieuwe oven.

6. Gisteren [regenen]........................................ het heel de dag.

7. De boer [verzorgen]........................................ het zieke paard.

8. De drenkeling [spartelen].........................................

10. De fietsenhandelaar [tonen]........................................ ons zijn nieuwe model racefiets.

9. De Eskimo`s [bouwen]........................................ hun iglo`s op het gladde ijs.

Studiemeter!

Mijn methodes - ViaStarttaal Online 

2F - Werkwoordspelling

- Tegenwoordige tijd

- Verleden tijd

Vervoegen van TT/VT - opdrachten

1. Maak de volgende werkbladen;
2. Let op! TT en VT staan door elkaar!
3. Gebruik het schema!
4. Vraag de werkbladen aan je mentor;
5. Print ze uit of schrijf over.