1TL1 27 januari

WELKOM
3 Kader
Welkom
1TL1
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

WELKOM
3 Kader
Welkom
1TL1

Slide 1 - Slide

Let op je plek

Slide 2 - Slide

1TL1 De les start over twee minuten !
- Mobiel in de bak
- Boek, laptop, pen en schrift op  
   tafel
- Tas van de tafel

timer
2:00

Slide 3 - Slide

Programma van de les
1TL1
Programma:

  • Aanwezigheid
  • Gedicht van de dag
  • Taalverzorging

Lesdoel:
Weten hoe je het werkwoordelijk gezegde in een zin kan vinden

Slide 4 - Slide

Allereerst...
Is iedereen aanwezig?

Slide 5 - Slide

Gedicht van de dag

Slide 6 - Slide

ZINSDELEN

werkwoordelijk gezegde



Alle werkwoorden in een zin die samen iets over het onderwerp zeggen, noem je het werkwoordelijk gezegde (wg).



Slide 7 - Slide

ZINSDELEN

werkwoordelijk gezegde



Soms is het werkwoordelijk gezegde maar één werkwoord 

(de persoonsvorm), soms zijn het er meer. Bijvoorbeeld:


- Leonie kijkt naar buiten.

- Leonie heeft naar buiten gekeken

- Leonie wil graag naar buiten kijken.


Slide 8 - Slide

ZINSDELEN

werkwoordelijk gezegde



De persoonsvorm is altijd onderdeel van het 
werkwoordelijk gezegde.

werkwoordelijk gezegde =
persoonsvorm + alle andere werkwoorden

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Huiswerk nakijken

Slide 11 - Slide

Werkwoordelijk gezegde  bladzijde 81
Opdracht 3
Eigen antwoord. Bijvoorbeeld:
1 Met een drone hebben Britse archeologen sporen van beschaving in het regenwoud in kaart gebracht.
Met een drone zouden Britse archeologen sporen van beschaving in het regenwoud in kaart gebracht hebben.
2 Voor het eten hebben Jessica en haar broertjes in de keuken hun handen met zeep moeten wassen.





Slide 12 - Slide

Werkwoordelijk gezegde  bladzijde 81
Opdracht 3
3 Bij de visboer heeft iedere liefhebber van forel de vis als geheel, als filet of als moot kunnen kopen.
Bij de visboer zou iedere liefhebber van forel de vis als geheel, als filet of als moot hebben kunnen kopen.






Slide 13 - Slide

Werkwoordelijk gezegde  bladzijde 81
Opdracht 4
1 pv = leeft; ow = een groot misverstand over taarten; wg = leeft
2 pv = mogen; ow = taarten; wg = mogen gebakken worden
3 pv = oefenen; ow = we; wg = oefenen
4 pv = ogen; ow = ze; wg = ogen
5 pv = vinden; ow = we; wg = vinden







Slide 14 - Slide

Nu zelf aan de slag!
Jullie maken opdracht 5 van
Hoofdstuk 3 Taalverzorging grammatica, over het werkwoordelijk gezegde. (bladzijde 80 en 81)

Klaar? verder met Taalverzorging spelling, over meervouden op -en en -s (Bladzijde 82)


Slide 15 - Slide

Werkwoordelijk gezegde  bladzijde 81
Opdracht 5
Eigen antwoord. Bijvoorbeeld:
1 Karel schrijft een e-mail aan zijn oma.
Hij heeft haar geschreven over zijn rapport.
Hij heeft zijn rapport niet aan haar kunnen laten zien.
2 Ik vergeet het goede antwoord op deze vraag.
Ik ben het goede antwoord op deze vraag vergeten.
Ik zou het goede antwoord op deze vraag vergeten zijn.







Slide 16 - Slide