This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.
De stam van een werkwoord vind je door van het hele werkwoord -en af te halen; wat je overhoudt, is de stam.
Bijvoorbeeld:
worden - en = word
leiden - en = leid
houden -en = houd
Soms ziet de stam van het werkwoord er gek uit
geloven - en = gelov
reizen - en = reiz
lopen - en = lop
LETTERLIJK
- precies zoals het geschreven is.
FIGUURLIJK
- er wordt iets anders bedoeld dan er eigenlijk staat