- Lees de vraag eerst goed. Wat wordt er aan je gevraagd?
- Zoek in de tekst naar het antwoord.
- Lees de vraag daarna nog eens en onderstreep het antwoord in de tekst.
- Formuleer daarna in een goede zin je antwoord en noteer het.
Let op spelling (leestekens, hoofdletters) en juiste formulering!