KERN 21_Persoonsvorm Tegenwoordige Tijd

1 / 30
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Belangrijk
Woensdag 17/11: controle NUMO (45 minuten) 
Vrijdag 19/11: bladzij 11 t/m 15 lezen uit Katvis.
Woensdag 24/11: SO woorden KERN 21 t/m 25 via Testfox.
Deze week leren jullie woorden van les 21, 22, 23. Link naar Quizlet staat op Magister.

Heb je het boek Katvis niet? Reserveer het via de AURA app en haal het op bij de bibliotheek. 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Welk woord van de les hoort erbij?
Mening onderbouwen/ bewijs / ......
A
Hoeveelheid
B
Argument
C
Verklaren
D
uitkomst

Slide 8 - Quiz

Welk woord van de les past erbij?
Uitleggen / toelichten / ......
A
De uitkomst
B
Verklaren
C
Het argument
D
Het werkstuk

Slide 9 - Quiz

De trotse schilder vertelt graag over het ..... van zijn schilderijen.
A
Stuiven
B
De collectie
C
Tot stand komen
D
Origineel

Slide 10 - Quiz

Volgens hem is elke koe .... en kun je niet spreken van 'nummers'.
A
Compleet
B
De schets
C
Origineel
D
De collectie

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Doel
Je leert vandaag persoonsvormen in de tegenwoordige tijd schrijven: ik neem, zij loopt, wij pakken.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Schrijf de persoonsvorm:
Adam (pakken) zijn fiets uit het fietsenrek.

Slide 15 - Open question

Sinds een paar weken (rennen) ik twee rondjes door het park.

Slide 16 - Open question

Hoofdregel bij persoonvorm in tegenwoordige tijd
De stam = de ik-vorm. ( Ik loop, ik vind, ik word). Je haalt -en van het hele werkwoord af. 

Hij, zij, het, men: voor of achter de PV = Stam + t. 
( Hij wordt, zij loopt, men vindt, het vindt, ...) 
Jij vindt - vind jij?

Tip: spreek de persoonsvorm uit en luister of je de 't' hoort. Hoor je de 't'? Dan schrijf je hem achter de stam. 







Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Ik (dromen) van een vakantie op een tropisch eiland.

Slide 23 - Open question

Het haardvuur (branden) erg goed en geeft veel warmte af.

Slide 24 - Open question

Bij de laatste bocht (blijven) zij even staan.

Slide 25 - Open question

Maar de schilpad (schuivelen) een paar centimeter verder.

Slide 26 - Open question

De ouders (glimlachen) als ze het rapport van hun zoon zien.

Slide 27 - Open question

Het groepje leerlingen (studeren) hard voor PTO 2.

Slide 28 - Open question

Slide 29 - Slide

Wat? 
KERN 21: vraag 1, 6, 7, 8, 9, 10.
Hoe lang?
Tot einde van de les.
Klaar?
Ga verder met NUMO of woordjes leren van les 21 t/m 25. 

Slide 30 - Slide