This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Thema 3 De bloedsomloop
Basisstof 2, de bloedsomloop
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Je kunt drie typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.
Je kunt in het bloedvatenstelsel van de mens slagaders en aders benoemen.
Je kunt de kleine en grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies.
Slide 2 - Slide
Bloedvatenstelsel
Bestaat uit het hart en de bloedvaten.
Het hart pompt het bloed door de bloedvaten. De weg die je bloed aflegt noemen we de bloedsomloop.
In tekeningen zie je blauwe en rode bloedvaten. Rood = veel zuurstof (zuurstofrijk). Blauw = weinig zuurstof (zuurstofarm).
Slide 3 - Slide
Bloedvaten
Drie typen bloedvaten:
Slagaders
Haarvaten
Aders
Slide 4 - Slide
Bloedvaten
Het hart pompt het bloed in de slagaders -> naar de organen toe.
In de organen vertakken de slagaders zich in steeds fijnere bloedvaten. De kleinste = haarvaten.
Deze komen samen in grotere vaten: de aders. Stroomt bloed weer terug naar het hart.
Slide 5 - Slide
Namen
Slagaders hebben meestal de naam van het orgaan waar ze naartoe lopen. Aders vaak van waar ze vandaan komen.
Beenslagader = bloed naar de benen
Beenader = bloed uit de benen weg
Slide 6 - Slide
Namen uitzonderingen
Bloedvaten van en naar het hart hebben andere namen: onderste holle ader, bovenste holle ader en aorta.
Ook de poortader is een uitzondering. Deze vervoert bloed van de darmwand naar de lever. -> weinig zuurstof, veel voedingsstoffen
Slide 7 - Slide
Kleine bloedsomloop
De rechterhelft van het hart pompt het zuurstofarme bloed naar de longen.
Daar wordt zuurstof uit de longen opgenomen in het bloed.
Koolstofdioxide wordt afgegeven aan de lucht in de longen. Dit adem je uit.
Vanuit de longen stroomt zuurstofrijk bloed naar je hart.
Slide 8 - Slide
Grote bloedsomloop
De linkerhelft van je hart pompt het zuurstofrijke bloed door de organen in het hele lichaam.
Zuurstof en voedingsstoffen worden afgegeven aan de cellen.
Koolstofdioxide en andere afvalstoffen worden opgenomen in het bloed.
Vanuit je lichaam stroomt zuurstofarm bloed weer terug naar je hart.
Slide 9 - Slide
Slagaders
Het hart pompt het bloed de slagaders in. Dit gebeurt met veel kracht. De bloeddruk op de wand van slagaders is dus hoog.
De slagaders zijn dik, gespierd en elastisch.
Slide 10 - Slide
Haarvaten
Slagaders vertakken zich in de organen tot steeds kleinere bloedvaten. De bloeddruk neemt sterk af en de wand wordt steeds dunner.
Door de dunne wand kan vocht met voedingsstoffen en zuurstof door de wand heen naar de cellen en kan koolstofdioxide worden opgenomen in het bloed.
Slide 11 - Slide
Aders
De haarvaten komen weer samen in aders. De bloeddruk is laag en de wanden zijn dun en niet zo elastisch.
In de aders is geen hartslag voelbaar en liggen meestal niet zo diep in het lichaam.
Slide 12 - Slide
Kleppen
Het hart zuigt het bloed uit de aders terug. Veel aders bevatten kleppen, vooral in de armen en benen. Deze zorgen ervoor dat het bloed alleen maar richting het hart kan stromen en niet door de zwaartekracht weer terugstroomt naar de organen.
Slide 13 - Slide
Ader
Slagader
Haarvat
Slide 14 - Drag question
Wat denk jij?
Hierdoor stroomt het bloed naar de organen toe.
Hierdoor stroomt het bloed terug naar het hart.
Dit zijn de kleinste bloedvaatjes.
Slagaders
Aders
Haarvaten
Slide 15 - Drag question
Waarvan is de wand dik en gespierd?
A
Aders
B
Haarvaten
C
Slagaders
Slide 16 - Quiz
Leg in je eigen woorden uit waarvoor de kleppen in aders zorgen.