Cluster: ruimte en techniek

Doel
Ik leer nieuwe woorden die te maken hebben met ruimte en techniek. Aan het eind van de les kan ik een zin maken met minimaal 1 van de geleerde woorden. 
Yeahh, ik ben gewichtloos!
1 / 11
next
Slide 1: Slide
WoordenschatBasisschoolGroep 5

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Doel
Ik leer nieuwe woorden die te maken hebben met ruimte en techniek. Aan het eind van de les kan ik een zin maken met minimaal 1 van de geleerde woorden. 
Yeahh, ik ben gewichtloos!

Slide 1 - Slide

vederlicht
loodzwaar

Slide 2 - Slide

Wat is vederlicht?
A
Een baksteen
B
Een pluisje
C
Juf Else
D
Een olifant

Slide 3 - Quiz

Een besluit nemen
Als je weet wat je wil doen en een keuze maakt. 

Op de volgende dia twee manieren 
waarop je een besluit kunt nemen.

Slide 4 - Slide

bedachtzaam
spontaan
Ik denk eerst na, 
voordat ik iets doe.
Ik doe iets, 
zonder er eerst over 
na te denken.

Slide 5 - Slide

Juist of onjuist?

Als je eerst goed nadenkt voordat je iets doet, dan ben je bedachtzaam.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

teleurgesteld
verrukt

Slide 7 - Slide

Wanneer ben je verrukt?
A
Als je een onvoldoende hebt gehaald.
B
Als je niet bent uitgenodigd voor het feestje van een vriend.
C
Als je na een lang weekend eindelijk juf Else weer ziet.
D
Als je boos bent op je moeder.

Slide 8 - Quiz

De woorden nog even op een rij
  • Bedachtzaam: als je heel erg goed nadenkt, voordat je iets gaat doen.
  • Buitengewoon: bijzonder en niet gewoon.
  • De teleurstelling: als iets tegenvalt en minder leuk is dan gedacht.
  • Ergens schoon genoeg van hebben: als je iets niet meer leuk vindt, bijvoorbeeld je hebt er schoon genoeg van om altijd de afwas te doen.
  • Gewichtloos: zonder gewicht.
  • Het besluit: als je weet wat je wilt doen, dan heb je een besluit genomen.
  • Loodzwaar: heel zwaar.
  • Spontaan: als je zonder na te denken iets gaat doen.
  • Vederlicht: heel licht.
  • Verrukt: erg blij zijn.
  • Ver weg: als iets niet dichtbij is, maar juist verder weg.
  • Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens: het is nergens zo fijn als in je eigen huis.

Slide 9 - Slide

Blok 5 week 3 les 11
Maak opgave 1 t/m 4 met je schoudermaatje. 

Klaar?
Schrijf een verhaal in je zinnenschrift waarbij je 
minimaal drie woorden gebruikt van de woordenlijst. 

Slide 10 - Slide

Gooi de dobbelsteen!
Wat was het doel?                                                                     Wat was het doel?

Hoe ging het samenwerken?                                               Kon je je concentreren?

Wat vond je moeilijk?                                                                Wat lukte goed?

Slide 11 - Slide