Rekenen blok 4 week 2 Les 1

Lesdoel
Ik kan optellen en aftrekken met grote getallen.
1 / 21
next
Slide 1: Slide
RekenenBasisschoolGroep 8

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Lesdoel
Ik kan optellen en aftrekken met grote getallen.

Slide 1 - Slide

Let op!
Om goed te kunnen optellen en aftrekken is het belangrijk dat je de positie van de getallen herkent. 
Hoe zat dat ook alweer? 

Slide 2 - Slide

Wat stelt het getal voor? 
We gaan oefenen met:
miljoentallen (M), honderdduizendtallen (HD), tienduizendtallen (TD), duizendtallen (D), honderdtallen (H), tientallen (T) en eenheden (E)

Het helpt om getallen in een positieschema te zetten (zie volgende slide)!

Slide 3 - Slide

Positie van getallen

Slide 4 - Slide

Hoeveel 0-en heeft 1 miljoen?
A
5
B
6
C
4
D
7

Slide 5 - Quiz

Waar staat 5 miljoen voluit geschreven?
A
500 000
B
50 000 000
C
5 000 000
D
5 000

Slide 6 - Quiz

3 769 421
Zet het getal 3 769 421 in een positieschema. De volgende twee slides ga je hier vragen over beantwoorden.

Slide 7 - Slide

3 769 421
Wat is de waarde van de 2?
A
tweeduizend
B
twintig
C
tweehonderd
D
twee

Slide 8 - Quiz

3 769 421
Wat is de waarde van de 7?
A
zeventigduizend
B
zevenduizend
C
zevenhonderdduizend
D
zevenhonderd

Slide 9 - Quiz

Een voorbeeld
In de volgende 4 slides wordt een voorbeeld som gegeven en uitgelegd. Kijk goed naar de stappen die genomen worden. Daarna ga jij op dezelfde manier een som oplossen!

Slide 10 - Slide

Een voorbeeldsom
Tel de getallen bij elkaar op. 

Hoe pak je dit aan?

Slide 11 - Slide

Stap 1

Zet de getallen goed onder elkaar. Dus: de eenheden onder elkaar, de tientallen onder elkaar, de honderdtallen onder elkaar, enz.


      4   5 0 0
                  6
2 6 5  0 0 0 

Slide 12 - Slide

Stap 2

Reken van rechts naar links en van boven naar beneden.


      4  5 0 0
                   6
2 6 5  0 0 0 

Slide 13 - Slide

Stap 3

Tel de getallen bij elkaar op.


      4  5 0 0
                   6
2 6 5  0 0 0 

2 6 9  5 0 6
+

Slide 14 - Slide

En nu jij!
Maak gebruik van een positieschema en los deze opgave op. 

Upload een foto van je berekening op de volgende slide.

Slide 15 - Slide

Upload hier een foto van je berekening van de vorige slide:

Slide 16 - Open question

Er zijn nu 140 000 inwoners. Met hoeveel inwoners moet het aantal worden toegenomen om in totaal 200 000 inwoners te hebben?
A
60 000
B
6 000
C
600 000
D
600

Slide 17 - Quiz

Let op!
Lees goed wat de opgave is: moet je in dit voorbeeld optellen of aftrekken?


Slide 18 - Slide

Je moet het verschil uitrekenen. Dus trek de getallen van elkaar af!

2 0 0  0 0 0
 1 7 9   9 9 3
    2 0   0 0 7
-

Slide 19 - Slide

Aan de slag!
Je werkt 45 minuten aan rekenen. Maak som 0, 1 en 2 van Les 1. 
Ben je klaar? Maak 10 uit de + en 10 opgaven van een M7 rekendoel.


Slide 20 - Slide

timer
45:00
Je kan beginnen met rekenen. Zet de timer en je geluid aan. Ben je eerder klaar? Dan kies je nog een ander doel.

Slide 21 - Slide