Hybride les 1

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Herhalingsopdrachten

Opdracht 1

Geef van de onderstaande zinnen aan of de zin enkelvoudig (E) of samengesteld (S) is.

Als de zin samengesteld is, geef je aan of de zin bestaat uit: hoofdzin + hoofdzin (H+H), hoofdzin + bijzin (H+B) of bijzin + hoofdzin (B+H). 

1. Amanda deed meteen aangifte bij de politie, nadat ze

de fraude had ontdekt.

2. Mijn broertje heeft morgen een proefwerk, maar

hij heeft geen zin om te leren.

3. Na de finale kregen de winnaars van de voorzitter

een gouden medaille.

4. Omdat Suzan huilde, kwam haar hond dicht tegen

haar aan liggen.

Herhalingsopdrachten

Opdracht 2

Noteer het eerste en het laatste woord van de bijzinnen en benoem de bijzin:

ow-zin, lv-zin, mv-zin, bwb-zin of bijv. bijzin (H1).

1. Nadat hij op station aangekomen was, kocht Levy een

lekkere kaasbroodje.

2. Wat hij daar zegt, kan ik nauwelijks verstaan.

3. Terwijl ze daar van de kou rilde, kwam haar vriend

aangelopen met een warme trui.

4. Wie zoiets dappers presteert, verdient een hoge

beloning.

5. De jury geeft de eerste prijs aan wie het eerste komt.

6. Toen de moeder van Thomas door de resultaten was

geschrokken, pakte zij de ps5 af. 

7. In de bus constateerde Petra dat zij haar tas op het

perron had achtergelaten. 

8. Je moet voor deze opleiding, die slechts een jaar duurt,

een peperdure laptop kopen.