This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Wat doen we vandaag?
Bespreken 16A.
Romeinse telwoorden.
Taaloefeningen 16A, A, B, C.
Slide 1 - Slide
Tum Valerius tribunus, ceteris inter metum pudoremque ambiguis, impetrato prius a consulibus ut in Gallum tam inaniter adrogantem pugnare sese permitterent, progreditur intrepide modesteque obviam;
Slide 2 - Open question
et congrediuntur et consistunt, et conserebantur iam manus.
Slide 3 - Open question
Atque ibi vis quaedam divina fit:
Slide 4 - Open question
corvus repente inprovisus advolat et super galeam tribuni insistit
Slide 5 - Open question
atque inde in adversarii os atque oculos pugnare incipit;
Slide 6 - Open question
insiliebat, obturbabat et unguibus manum laniabat et prospectum alis arcebat
Slide 7 - Open question
atque, ubi satis saevierat, revolabat in galeam tribuni.
Slide 8 - Open question
Sic tribunus, spectante utroque exercitu, et sua virtute nixus et opera alitis propugnatus, ducem hostium ferocissimum vicit interfecitque,
Slide 9 - Open question
atque ob hanc causam cognomen habuit Corvinus.
Slide 10 - Open question
Id factum est annis quadringentis quinque post Romam conditam.
Slide 11 - Open question
Romeinse telwoorden
Wij gebruiken tegenwoordig Arabische cijfers
De Romeinen gebruikten letters i.p.v. cijfers
De woorden voor 1, 2 en 3 worden verbogen.
De overige hoofdtelwoorden worden niet verbogen.
Leer de woorden voor de Romeinse cijfers!
Welk cijfer ontbreekt?
Slide 12 - Slide
Aan het werk.
Kijk de taaloefeningen van 16A, A, B en C na in Emma.
Lees grammatica IV en V.
Vertaal 11B.
Dit is ook huiswerk.
Slide 13 - Slide
Wat heb je vandaag geleerd?
Slide 14 - Open question
Wat is nog onduidelijk? Waar wil je meer over weten?