What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
donderdag 3 maart
Woordenschat
Je leert vijf nieuwe woorden bij
thema 13 Vriendschap
Schrijf het woord op en ook de betekenis.
1 / 16
next
Slide 1:
Slide
This lesson contains
16 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Woordenschat
Je leert vijf nieuwe woorden bij
thema 13 Vriendschap
Schrijf het woord op en ook de betekenis.
Slide 1 - Slide
breken
In twee of meer stukken
delen
kapotmaken/ kapot gaan
werkwoord: ik breek, ik brak, ik heb gebroken
zin: Ik
breek
de chocolade in 10 stukjes.
zin: Met skiën
heb
ik helaas mijn been
gebroken.
Slide 2 - Slide
daarvan
van dat
wat zojuist genoemd/bedoeld is
een deel
van iets
iets verder weg: die/ dat.....
daar
van
dichterbij: deze/dit ..........
hier
van
zin: Die chocolade was lekker,
daarvan
wil ik wel een stukje.
zin: Wiskunde?
Daarvan
begrijp ik niks.
zin: Wiskunde?
Daar
begrijp ik niks
van
.
Slide 3 - Slide
langskomen
scheidbaar werkwoord
bij iets komen
bij iemand komen/ naar iemand toe gaan
kort
bij iemand op bezoek gaan
ww: ik kom langs, ik kwam langs, ik ben langsgekomen
zin: Morgen
kom
ik even bij je
langs,
zei mijn vriendin.
zin: Wij vinden het leuk als jullie bij ons
langskomen
.
Slide 4 - Slide
ondanks
er
gebeurt
iets terwijl je dat
niet
had verwacht.
je laat iets gebeuren, expres, toch wel
zin:
Ondanks
een slechte start werd zij eerste bij schaatsen.
zin: De jonge kinderen gingen toch roken,
ondanks
de waarschuwing.
Slide 5 - Slide
zonnig
met zonneschijn
er is veel zon/ de zon schijnt
bijvoeglijk naamwoord: zonnig
e
zin: Morgen is het
zonnig
weer.
zin: Op een zonnig
e
dag ga ik fijn zwemmen!
Slide 6 - Slide
Welk woord hoort bij deze zin:
Het kopje viel van tafel, het was helaas kapot.
A
repareren
B
maken
C
breken
D
omhoog gaan
Slide 7 - Quiz
Als ik chocola wil verdelen dan .......... ik het in stukjes.
A
breekte
B
breek
C
brak
D
heb gebroken
Slide 8 - Quiz
Daarvan betekent .................
A
alles wat genoemd is
B
een deel van wat genoemd is
Slide 9 - Quiz
Kies uit: daarvan of hiervan ?
De docent legt die vijf woorden uit, ........ moet je de betekenis opschrijven.
Slide 10 - Open question
Als ik even kort bij iemand op bezoek wil gaan dan noem je dat.........
A
afspreken
B
op visite gaan
C
bezoeken
D
langskomen
Slide 11 - Quiz
Maak een zin met het woord: langskomen.
(scheidbaar werkwoord)
Denk aan de goede vervoeging!
ev/mv tt/vt/volt.tijd
Slide 12 - Open question
Vul het woord in:
Ik reed 120 km op de snelweg .............. de borden met daarop 100 km.
A
juist
B
toch
C
ondanks
D
dankzij
Slide 13 - Quiz
Ondanks: betekent dat er iets gebeurde wat je niet had verwacht.
Maak een zin met het woord: ondanks
Slide 14 - Open question
Zonnig hoort bij...................
A
regenachtig weer
B
bewolkt weer
C
slecht weer
D
mooi weer
Slide 15 - Quiz
Maak een zin met het
bijvoeglijk naamwoord van
zonnig
Slide 16 - Open question
More lessons like this
Donderdag 26 januari 2023
January 2023
- Lesson with
24 slides
NT2
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Dag 4 - 2D
September 2023
- Lesson with
18 slides
NT2
Basisschool
Groep 1
Dag 2 - 2D
September 2023
- Lesson with
19 slides
NT2
Basisschool
Groep 1
TB bijvoeglijke naamwoorden - zelfstandige naamwoorden - lidwoorden
February 2023
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Lager onderwijs
Werkwoorden - zelfstandige naamwoorden - bijvoeglijke naamwoorden
February 2024
- Lesson with
45 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
M1 l4 Bijvoeglijke naamwoorden
August 2024
- Lesson with
33 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Leren leren
17 hours ago
- Lesson with
19 slides
Leren leren
Lager onderwijs
woordsoorten
September 2024
- Lesson with
15 slides