This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Hoe nu verder?
Slide 1 - Slide
Hoofdstukken
Onderwerp
Toets over:
11.4
12.1 t/m 12.4
Erfelijkheid
Evolutie
11.4
12.1 t/m 12.4
10. 1 t/m 10.4
11.1 t/m 11.3
Seksualiteit
Voortplanting
10.2 en 10.3
11.1 t/m 11.3
Slide 2 - Slide
Erfelijkheid
Slide 3 - Mind map
Je ziet hier een schematische tekening van een dierlijke cel. Welk onderdeel wordt met het vraagteken aangegeven?
Slide 4 - Open question
Wat is de taak van de celkern?
Slide 5 - Open question
11.4 Je lijkt op...
Slide 6 - Slide
Doelen van deze les
Je weet waar je bouwbeschrijving zit
Je weet waardoor je op je ouders lijkt
Je weet wat chromosomen zijn
Je weet hoe eigenschappen op de chromosomen zitten
Je kan vertellen welke eigenschappen erfelijk zijn
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Bevruchte eicel bevat 23 chromosomen paren:
Ontstaan door 23 chromosomen van vader en 23 chromosomen van moeder. Chromosomen aantal: 46.
3
23 chromosomen van vader
1
23 chromosomen van moeder
2
23
23
46
Miljoenen nieuwe lichaamscellen ontstaan. Dat gebeurt door deling van de moedercel. Elke nieuwe cel (dochtercel) bevat 46 chromosomen met precies dezelfde informatie. Het genotype van elke dochtercel is hetzelfde, de informatie over de erfelijke eigenschappen is gelijk.
4
Slide 11 - Slide
genotype:
de informatie in het DNA /
de eigenschappen op de chromosomen
fenotype:
de verschijningsvorm van een eigenschap
(wordt bepaald door het genotype en omgevingsfactoren)
Slide 12 - Slide
Soort
Aantal Chromosomen
fruitvlieg
8
mais
20
muis
40
mens
46
aardappel
48
cavia
64
zwarte moerbei
308
Slide 13 - Slide
hoeveel chromosomen zitten er in:
a. een zaadcel van een mens
b. een levercel van een muis
c. een cel in een aardappel
d. een stuifmeelkorrel
van de zwarte moerbei
Soort
Aantal Chromosomen
in lichaamscel
fruitvlieg
8
mais
20
muis
40
mens
46
aardappel
48
cavia
64
zwarte moerbei
308
Slide 14 - Slide
hoeveel chromosomen zitten er in:
a. een zaadcel van een mens (23)
b. een levercel van een muis (40)
c. een cel in een aardappel (48)
d. een stuifmeelkorrel
van de zwarte moerbei (154)
Soort
Aantal Chromosomen
in lichaamscel
fruitvlieg
8
mais
20
muis
40
mens
46
aardappel
48
cavia
64
zwarte moerbei
308
Slide 15 - Slide
DNA
chromosoom
celkern
cel
Slide 16 - Drag question
Van klein naar groot
A
gen - DNA - chromosoom - celkern
B
DNA - gen - chromosoom - celkern
C
gen - chromosoom - DNA - celkern
D
DNA - chromosoom - gen - celkern
Slide 17 - Quiz
Dit is de chromosomenkaart van een ....
A
vrouw
B
man
Slide 18 - Quiz
Hoeveel chromosomen heeft de mens?
A
46 paren dus 92 in totaal
B
23 chromosomen, 46 paren
C
23 paren dus 46 in totaal
D
44 paren, 22 chromosomen
Slide 19 - Quiz
Je kunt het genotype van de mens aanpassen
A
waar
B
niet waar
Slide 20 - Quiz
Is het fenotype gelijk gebleven? Is het genotype gelijk gebleven?
A
1. Nee
2. Ja
B
1. Nee
2. Nee
C
1. Ja
2. Nee
D
1. Ja
2. Ja
Slide 21 - Quiz
Heeft een vlinder hetzelfde fenotype als de rups waaruit hij is ontstaan? En hetzelfde genotype?
A
alleen hetzelfde fenotype
B
alleen hetzelfde genotype
C
zowel hetzelfde fenotype als hetzelfde genotype
Slide 22 - Quiz
Hoe is het fenotype bepaald?
Alleen door het genotype
Alleen door de omgeving
Door het genotype EN de omgeving
een wipneus
stijl haar vanaf de geboorte
een piercing
behaarde armen
een litteken
Wibi kan goed piano spelen
eelt op je handen door hard werken
blauwe ogen
Messi is een goede voetballer
Slide 23 - Drag question
Er is een verband tussen het aantal chromosomen dat een organisme in zijn cellen heeft en de intelligentie van het organisme
A
waar
B
niet waar
Slide 24 - Quiz
Gewone cel
Eicel
Zaadcel
Gewone cel
Bevruchting
Bevruchte eicel
Slide 25 - Drag question
Huiswerk
11.4: maken opdr. 3 t/m 18
Goed doorlezen: TB blz. 162 t/m 164 (12.1)
(niet schrikken als je hier maar weinig van snapt)