Zinsdelen + terugblik taalkundig

Grammatica: zinsdelen
  • Bespreken huiswerk
  • Wat weet je nog?
  • Aantekening
  • Aan de slag! 
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Grammatica: zinsdelen
  • Bespreken huiswerk
  • Wat weet je nog?
  • Aantekening
  • Aan de slag! 

Slide 1 - Slide

Pak je huiswerk erbij:
  • Beantwoord zo in de Lessonup de vraag
  • Let op je spelling! 
  • Zijn er meerdere woorden? Zet dan een komma en daarna een spatie.

Slide 2 - Slide

Opdracht 1 zin 1: welke zelfstandige naamwoorden herken je?

Slide 3 - Open question

Opdracht 1 zin 2:

Slide 4 - Open question

Opdracht 1 zin 3

Slide 5 - Open question

Opdracht 1 zin 4

Slide 6 - Open question

Opdracht 1 zin 5

Slide 7 - Open question

Opdracht 1 zin 6

Slide 8 - Open question

Welke lidwoorden noemen we bepaalde lidwoorden?
A
De
B
Het
C
Een

Slide 9 - Quiz

Opdracht 2:
  1. de, de, het
  2. een, een, de
  3. het, de, een
  4. een, het, de
  5. het, de, de
  6. de, het, de

Slide 10 - Slide

Vandaag:
  • Zinsdelen
  • Persoonsvorm
  • Onderwerp
  •  Wat weet je al van de basisschool?

Slide 11 - Slide

Persoonsvorm
Hoe vind je die? Voorbeeldzin: Sara eet een appel.
  1.  Maak een vraagzin: 'Eet Sara een appel?'
  2. Zet de zin in een andere tijd: 'Sara at een appel.'
  3. Verander het getal (enkelvoud naar meervoud of andersom): 'Sara en Floor eten een appel.'
  4. Regel: onderstreep de PV altijd!

Slide 12 - Slide

Onderwerp:
Als je de PV hebt gevonden kun je makkelijk het onderwerp spotten, voor de PV staat vaak maar één zinsdeel:
  1. Zoek de PV en stel de vraag: 'wie/wat + persoonsvorm'. Dus: wie eet? --> Sara.
  2. Als je de zin van getal verandert, dan verandert het onderwerp altijd mee! Dus: 'Sara en Floor eten een appel.'

Slide 13 - Slide

Zinsdelen  (aantekening)
  •  Zoek de persoonsvorm en zet er streepjes naast en onderstreep de pv.
  • De leerling / zoekt / vandaag de zinsdelen
  •  Alles dat voor de persoonsvorm staat is al een zinsdeel
  • De leerling / zoekt / vandaag de zinsdelen
  •  Probeer de rest voor de persoonsvorm te plaatsen door de zin te veranderen:
  • - Vandaag / zoekt / de leerling / de zinsdelen
  • - De zinsdelen / zoekt / de leerling / vandaag

Slide 14 - Slide

Aan de slag!
  • Maak opdracht 1, 2 en 3
  • Let op: bij opdracht 2 en 3 schrijf je de zinnen over :)! 
  • Huiswerk voor dinsdag 23-11 het zevende uur. 

Slide 15 - Slide