11.5 dl2 Opname van voedingsstoffen

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 11.5: Opname van Voedingsstoffen
1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 21 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 11.5: Opname van Voedingsstoffen

Slide 1 - Slide

Deze les:
- 11.5 dl2: leerdoel 13
- Opdrachten
- Verwerken resultaten enzympracticum







Slide 2 - Slide

Leerdoelen 11.5
12. Je legt het verband tussen de bouw van de dunne darm en zijn opnamecapaciteit. 
13. Je beschrijft de opname van wateroplosbare en vetoplosbare voedingsstoffen. 
14. Je beschrijft de bijdrage van de lever aan de verwerking van vetachtige stoffen. 

Slide 3 - Slide

Resorptie 
Stoffen moeten door de darmcel heen om bij een bloedvat te kunnen komen.

Gaat via transporteiwitten. 

Slide 4 - Slide

Resportie
De opname van stoffen uit de darminhoud door de darmcellen heet resorptie.
Voor resorptie moeten stoffen het celmembraan van de cel passeren. Van de darminhoud naar de darmcel en aan de andere kant van de darmcel naar de weefselvloeistof.
Bloedvaten en lymfevaten nemen de stoffen op uit de weefselvloeistof.

Slide 5 - Slide

Resorptie 
Verteringsproducten kunnen op verschillende manieren het celmembraan van de darmwandcel passeren. Dit is vrijwel altijd met een transporteiwit

Passief/Actief en Uniport/Symport/Antiport (zie boek)

Slide 6 - Slide

Passief/actief transport

Slide 7 - Slide

Transport via eiwitten

Slide 8 - Slide

Resportie 
Glucose en 
aminozuren gaan samen met Na+ door 
een transporteiwit.

Concentratie-gradiënt (concentratie-
verschil) voor Na+ nodig!

Slide 9 - Slide

Resportie 
Aan de andere kant gaan glucose/ aminozuren door een ander transporteiwit.




Slide 10 - Slide

Resportie 
Om de concentratie Na+ in de darmcellen laag te houden liggen er aan deze kant ook Na+/K+ pompen.
Die pompen 2 K+ naar binnen en 3 Na+ naar buiten. 




Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Resportie
Er zijn ook transporteiwitten die vitamines opnemen.

Water gaat de darmcellen in als gevolg van osmose.
Water wordt ook weer afgegeven aan de weefselvloeistof en daarna aan het bloed.


Slide 13 - Slide

Resportie
Door de eigenschappen van vetten gaat de resorptie van vetten anders dan voor wateroplosbare stoffen.

Slide 14 - Slide

Losse vetzuren diffunderen de cel in.
Monoglyceriden gebruiken een transporteiwit.
MAG=monoglyceride

Slide 15 - Slide

MAG=
monoglyceride
TAG=
triglyceride
Korte en middellange losse vetzuren (≤ 12 c atomen) diffunderen de cel uit en komen in de bloedsomloop (4).
Lymfevat

Slide 16 - Slide

MAG=
monoglyceride
TAG=
triglyceride
Lange vetzuren en monoglyceriden worden door de cel weer tot triglyceriden gevormd (1).
Lymfevat

Slide 17 - Slide

MAG=
monoglyceride
TAG=
triglyceride
De triglyceride worden een vetdruppel en worden door het golgisysteem omgeven door een membraan = chylomicron (2).
Lymfevat

Slide 18 - Slide

MAG=
monoglyceride
TAG=
triglyceride
Het chylomicron verlaat de cel via exocytose en gaat een lymfevat in (3).
Lymfevat

Slide 19 - Slide

Transport vetachtige stoffen
De chylomicronen gaan via de lymfevaten bij de sleutelbeenader de bloedsomloop in.

Uiteindelijk bereiken alle opgenomen vetachtige stoffen de lever.

Slide 20 - Slide

Opdrachten
- Maak 11.5 leerdoel 13 opdr. 61 + 62

Klaar? Verwerken resultaten Enzympracticum
--> bekijk beoordelingsmodel in Classroom

Slide 21 - Slide