1. Hoe noemen we opname van stoffen in het bloed?
2. Hoe wordt voorkomen dat bacteriën in de dunne darm tussen de cellen door het bloed in kunnen glippen?
3. Wat wordt bedoeld met een concentratie-gradiënt?
4. Hoe noemen we de vorm van transport waarbij een stof meelift met een andere stof om de cel in te komen?
5. Noem de drie vormen van transport en geef aan of het een vorm van passief of actief transport is.
6. In welk bloedvat komen de verteringsproducten terecht na opname in de dunne darm?
7. Wat is de eerste bestemming van het bloed in dit bloedvat?