1. Verdiep je in de kennis en vaardigheden nodig zijn om de opdracht m.b.t. zuurstof uit te voeren
2. Welke indicatie is er, in het geval van Brigitte, om zuurstof toe te dienen? Leg de betekenis van deze indicatie uit.
Brigitte kan een beangstigend gevoel krijgen van de benauwdheid.
3. a. Welke maatregelen neem je als verpleegkundige om de situatie makkelijker te
maken voor Brigitte?
b. Welke vijf verpleegkundige interventies zou jij, in deze situatie, inzetten?
Brigitte moet nauwkeurig geobserveerd worden. Bij veranderingen t.a.v. de ademhaling word je als verpleegkundige geacht dit tijdig door te geven aan de arts.
4. a. Welke veranderingen zou je in de situatie kunnen opmerken?
b. Om welke reden wil de arts tijdig op de hoogte gesteld worden?
c. Omschrijf zes verpleegkundige observatiepunten bij Brigitte in deze situatie.
4 . Welke verpleegkundige zorgaspecten heb je bij het verplegen van Brigitte?
Brigitte ligt in het ziekenhuis. De zuurstof komt dan “uit de muur!” Als Brigitte met zuurstof naar huis zou gaan, zou zij een zuurstoffles meekrijgen.
5. Welke aandachtspunten, ten aanzien van veiligheid, kun je aan Brigitte geven bij het gebruik
een zuurstoffles?