1E les 3 + 4 van Schrijven 1

Welkom 1E
  • Telefoons in de bak.
  • Tas naast de stoel.
  •  Pak je spullen (Chromebook).
  • Gezicht naar het bord.


1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwoo, b, kLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom 1E
  • Telefoons in de bak.
  • Tas naast de stoel.
  •  Pak je spullen (Chromebook).
  • Gezicht naar het bord.


Slide 1 - Slide

Hogere verwachtingen
We zijn inmiddels gewend aan de school en aan elkaar.
Daarom verwacht ik nu meer van jullie dan aan de start van het jaar.
We maken daarom de volgende afspraken.

Slide 2 - Slide

Nieuwe  afspraken...
  • Tijdens de opstart + uitleg praat je alleen als je je vinger opsteekt en je de beurt krijgt.
  • Je bent geconcentreerd met je werk bezig.
  • Als we het lokaal verlaten, staan de tafels recht en zijn de stoelen aangeschoven.

Afspraak: 3 streepjes op bord = melden na de les.

Slide 3 - Slide

Programma 
Stukje uitleg.
Les 3 en 4 vandaag afmaken.
Spellingsoefening.
10:00 uur kahoot (alleen als er goed en rustig gewerkt wordt).

Slide 4 - Slide

Wanneer is een tekst volgens jou goed?

Steek je vinger op als je iets wil zeggen.

Slide 5 - Slide

Kenmerken van een goede tekst
  1. Goede inhoud (= de informatie klopt).
  2. Goede opbouw (inleiding, kern, slot).
  3. Goede toon (= de manier waarop je het zegt).
  4. Zinnen die kloppen.
  5. Juiste spelling.
  6. Goede lay-out (= hoe de tekst eruitziet).

Slide 6 - Slide

Wat betekent "inhoud"?
Vinger opsteken als je iets wil zeggen.

Kun je achter de inhoud van het volgende filmpje komen?

Slide 7 - Slide

Nieuw woord: ervaring
In opdracht 3 moet je een ervaring gaan beschrijven. 

Wat is eigenlijk een ervaring?

Slide 8 - Slide

Ervaring
  1. Iets dat je hebt meegemaakt. 
  2. Hoe vaak je iets al gedaan hebt.

Als je al 5 jaar je rijbewijs hebt, heb je veel ervaring met auto rijden.

Slide 9 - Slide

Een ervaring kun je vertellen met wh-vragen.
  • Wie ... ?
  • Wat ... ?
  • Waar ... ?
  • Wanneer ... ?
  • Waarom ... ?
  • Hoe ... ?
Die vragen kun je gebruiken om een ervaring te beschrijven.

Slide 10 - Slide

Opdrachten
  • Les 4
Opdracht 3 (eerst uitleg).
  • Klaar? 
Blad "de kippenrace" halen en maken. Tip: gebruik woordenlijst.org

Slide 11 - Slide

Wat is een werkwoord?

Slide 12 - Mind map

Geef een voorbeeld van een werkwoord in de tegenwoordige tijd.

Slide 13 - Open question

Welk werkwoord staat in de verleden tijd?
A
Liepen
B
Lopen
C
Gelopen

Slide 14 - Quiz

Welk woord is een "voltooid deelwoord"?
A
Schaatste
B
Schaatsen
C
Geschaatst

Slide 15 - Quiz