Herhaling les 1tm4 en voorbereiding op les 5 ( les 5 komt 1 les later)

Welkom!
  • Telefoons in de bak.
  • Plek zoals op de plattegrond.
  • Tas naast de stoel.
  •  Pak je Chrombook (dicht laten).
  • Gezicht naar het bord.
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwoo, b, kLeerjaar 1,2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!
  • Telefoons in de bak.
  • Plek zoals op de plattegrond.
  • Tas naast de stoel.
  •  Pak je Chrombook (dicht laten).
  • Gezicht naar het bord.

Slide 1 - Slide

Hogere verwachtingen
We zijn inmiddels gewend aan de school en aan elkaar.
Daarom verwacht ik nu meer van jullie dan aan de start van het jaar.
We maken daarom de volgende afspraken.

Slide 2 - Slide

Nieuwe  afspraken...
  • Tijdens de opstart + uitleg praat je alleen als je je vinger opsteekt en je de beurt krijgt.
  • Je bent geconcentreerd met je werk bezig.
  • Als we het lokaal verlaten, staan de tafels recht en zijn de stoelen aangeschoven.

Afspraak: 3 streepjes op bord = melden na de les.

Slide 3 - Slide

Programma 
Terugblik met Lesson up vragen en uitleg (voorbereiding op de toets).

Slide 4 - Slide

Terugblik
Vorige keer hebben we het o.a. gehad over:
  1. Waarom het belangrijk is om goed te kunnen schrijven.
  2. De 6 kenmerken van een goede tekst.
  3. WH-vragen.

Slide 5 - Slide

Waarom leer je om goed te schrijven?

Slide 6 - Slide

Waarom is het belangrijk om goed te kunnen schrijven?
  • Als je niet goed schrijft, snappen mensen niet goed wat je bedoelt. 

 

Slide 7 - Slide

Wat zijn ook alweer kenmerken van een goede tekst?

Slide 8 - Slide

Kenmerken van een goede tekst
  1. Goede inhoud (= de informatie klopt).
  2. Goede opbouw (inleiding, kern, slot).
  3. Goede toon (= de manier waarop je het zegt).
  4. Zinnen die kloppen.
  5. Juiste spelling.
  6. Goede lay-out (= hoe de tekst eruitziet).

Slide 9 - Slide

Wat zijn ook alweer WH-vragen?

Slide 10 - Slide

Een ervaring kun je vertellen met wh-vragen.
  • Wie ... ?
  • Wat ... ?
  • Waar ... ?
  • Wanneer ... ?
  • Waarom ... ?
  • Hoe ... ?
Die vragen kun je gebruiken om een ervaring te beschrijven.

Slide 11 - Slide

Spelling
Een belangrijk onderdeel van schrijven is spelling (=hoe je woorden schrijft). 

Hoe weet je ook alweer of een voltooid deelwoord op een d of een t eindigt? Daarover gaat het volgende filmpje.


Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Werkwoordsvormen
We hadden het ook over werkwoordsvormen gehad. 

Wat is een werkwoord eigenlijk?

Slide 14 - Slide

Werkwoordstijden
Werkwoorden kunnen in verschillende tijden voorkomen, namelijk:
Tegenwoordige tijd.
Verleden tijd.
Voltooide tijd (voltooid deelwoord).

Slide 15 - Slide

Welke fout herken je in de zin hiernaast?
Bedenk wat het onderwerp van de zin is. Wie wordt graag wakker? > Je. Dat is het onderwerp.

Ik word.
Jij (je) wordt.

Slide 16 - Slide

Dat zit zo...

Slide 17 - Slide

Log in op Lesson up
Gebruik je eigen voornaam.

Slide 18 - Slide

Is hier een spelfout gemaakt? Zo ja, welke?

Slide 19 - Open question

Welke spelfout herken je?

Slide 20 - Open question

Wat is ook alweer een voltooid deelwoord?

Slide 21 - Open question

Wat betekent verleden tijd?

Slide 22 - Open question

Welke spelfout zie je je?

Slide 23 - Open question

Wat is eigenlijk een werkwoord?

Slide 24 - Open question

Wat betekent tegenwoordige tijd?

Slide 25 - Open question

Tijd over? 
Begin aan les 5.

Slide 26 - Slide

Huiswerk
Maak les 4 thuis af.

Slide 27 - Slide