5e uur: hoe gaat het ontleden van zinsdelen bij jou?
lezen eigen boek
Slide 2 - Slide
Verzonnen
Vooral voor je plezier
/ \
Niet verzonnen
Vooral om iets te weten te komen
Fictie Non-fictie
Realistisch
Niet-realistisch
Zou echt kunnen gebeuren
Zou niet echt kunnen gebeuren
Slide 3 - Slide
Onderwerp - genre fictieboek
Het onderwerp – datgene waarover het verhaal gaat, bijvoorbeeld: voetbal, pesten of vriendschap.
Het genre(spreek uit: zjan-re), het soort verhaal.
In de bibliotheek staat op de boeken een pictogram dat het genre aanduidt, bijvoorbeeld:
Slide 4 - Slide
of
probleemverhaal
Slide 5 - Slide
smaak, fictie blz. 78
Leg in een paar woorden uit waarom je een boek/film leuk vindt...
1. waar gaat het boek/de film over?
2. wat is het genre? (zie vorige slide)
Schrijf op in je schrift....
Slide 6 - Slide
fictie blz. 78 Smaak
Smaak: van welke boeken of films hou jij
onderwerp: waarover gaat het (pesten, voetbal, vriendschap..)
genre: het soort verhaal en hou je meer van
fictie (realistisch) of fictie (niet realistisch) of
non-fictie (100% echt gebeurd)
Slide 7 - Slide
Groot wild blz. 78
Tekst 1 samen lezen en samen opdracht 1 maken.
Daarna lees je zelf tekst 2 en maak je opdracht
Lezen Het Pungelhuis
Slide 8 - Slide
proef zinsontleden
Schrijf het stappenplan van het ontleden van zinnen op in de juiste volgorde
Op welke twee manieren kun je de persoonsvorm vinden? Geef daarvan voorbeelden bij de zin 'Zij heeft een boek gekocht'.
Welke vraag moet je stellen om het lijdend voorwerp te vinden? ow pv/wg lv Neem de volgende zinnen over en ontleed die (bijv. Jan/leest /een boek.) : ow, pv, wg, lv, az
In de soep wil de kok alle restjes groente verwerken.
In natuurgebied De onlanden moet je je hond aanlijnen.
In de voorjaarsvakantie heeft Hanneke bij Stefanie gelogeerd.
Bij de inhuldiging hield de aanvoerder de kampioensschaal omhoog
Hij neemt de doos met schoenen mee naar binnen ben je klaar? ga lezen in je leesboek