Voornaamwoorden

• Nederlands
• Basisschool
• Groep 7

wat is ook alweer een
zelfstandig naamwoord?

wat zou een
voornaamwoord
kunnen zijn?

Vandaag gaan we ontdekken..

Wat een

persoonlijk voornaamwoord

en een 

aanwijzend voornaamwoord

is. 

Persoonlijk voornaamwoord

persoonlijke voornaamwoorden verwijzen naar een persoon, dier of ding zonder ze bij naam te noemen.

voorbeelden:

• Ik werk bij een uitzendbureau.
• De trap heeft tien tredes. Ik heb ze geteld.
  

nog een voorbeeld van een 

persoonlijk voornaamwoord.

 verwijzen naar een persoon, dier of ding zonder ze bij naam te noemen.

• Ga je met mij naar de speeltuin?
• Ik kom naar jou toe.

kun jij er nog meer
persoonlijke
voornaamwoorden
bedenken?

Aanwijzend voornaamwoord

Aanwijzende voornaamwoorden geven precies aan wie of wat je bedoeld.

Voorbeelden:

• Deze viool is van hout gemaakt.
• hoeveel euro kost dit schilderij?
  

Nog een voorbeeld van een 

Aanwijzend voornaamwoord

Aanwijzende voornaamwoorden geven precies aan wie of wat je bedoeld.

Voorbeelden:

• Ik wil die graag zien.
•  ik wil diegene wel eens zien dansen.
• Ik ben dat helemaal vergeten.

kun jij er nog meer
aanwijzend
voornaamwoorden
bedenken?

persoonlijk

aanwijzend

Wat is het persoonlijk voornaamwoord in deze zin?

De hond blaft als hij de deurbel hoort.

persoonlijk voornaamwoord

Wat is het aanwijzend voornaamwoord in deze zin?

Ik kan deze middag niet afspreken, omdat ik dan tekenles heb.

aanwijzend voornaamwoord

Wat is het persoonlijk voornaamwoord in deze zin?

Alleen jullie mogen op ons feest komen.

bezittelijk voornaamwoord

Wat is het aanwijzend voornaamwoord in deze zin?

Anna heeft die rode jas.

vragend voornaamwoord

Wat zijn de aanwijzend voornaamwoord in deze zin?
Zoʼn dure auto blijft altijd in deze garage staan.

wederkerend voornaamwoord

In deze zin staan 2 persoonlijke voornaamwoorden.

Sara heeft een probleem, maar ze lost het snel weer op.

1. Waar
2. Niet waar

Welk voornaamwoord zie jij?

Wij houden niet van die muziek.

1. persoonlijk
2. aanwijzend
3. persoonlijk en aanwijzend
4. geen

welk voornaamwoord staat in deze zin?

1. ons
2. zich
3. me
4. je

Aan het werk

Lees het verhaal.

geef de persoonlijke voornaamwoorden een kleur.

Maak daarna het stencil van het aanwijzend voornaamwoord.