Werkwoordspelling les 1: samengestelde zinnen

Werkwoordspelling
Nederlands
werkwoordspelling

Les 1: 
samengestelde zinnen





VWO 2
P1 
2024-2025
1 / 35
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Werkwoordspelling
Nederlands
werkwoordspelling

Les 1: 
samengestelde zinnen





VWO 2
P1 
2024-2025

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

timer
2:00
Wat weet je nog over werkwoordspelling uit leerjaar 1?

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Waarom is het belangrijk om te weten of je te maken hebt met de TT of met de VT?
  • Voor de tegenwoordige tijd gelden andere regels dan voor de verleden tijd
🚶‍♀️🚶🏽🚶‍♂️

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Waarom is het belangrijk om te weten of je te maken hebt met de TT of met de VT?
  • Voor de tegenwoordige tijd gelden andere regels dan voor de verleden tijd
🗒️

Slide 8 - Slide

De ik-vorm: waar je de uitgangen voor 
  • de tegenwoordige tijd (-t), 
  • de verleden tijd (-de/-den of -te/-ten)
  • en het voltooid deelwoord (-d of -t) aan vastplakt.
De stam komt van pas bij het vinden van het voltooid deelwoord van bijvoorbeeld verhuizen
Voor de TEGENWOORDIGE TIJD 
gelden andere regels dan voor de verleden tijd

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

TEGENWOORDIGE TIJD
Werkwoorden waarvan de stam op een d eindigt, gedragen zich net als het werkwoord ‘lopen’. Je kunt dus de volgende vormen tegenkomen:

  •   ...... je dat mailtje onmiddellijk? (beantwoorden)
  •   Mevrouw Jansen ...... de kosten voor de kopieën. (vergoeden)
  •   Jij ...... mij. (verblinden)
  •   Ik ...... mijn oude proefwerken. (verbranden)

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

  • Wat staat hier?
Met dank aan Priscilla Guiljam
geld voor iedere bezoeker

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

wat is goed?
overleg in duo's

Verhuist/verhuisd naar de Hilversum

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

1- Sterke werkwoorden 

Voor de tegenwoordige tijd gelden heel andere regels dan voor de VERLEDEN TIJD 
2- Zwakke werkwoorden
💪

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

stijgen
bieden
lopen
brengen
zijn
draaien
kuchen
stampen
wachten

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

schrijf eerst:
ik ...

check dan:
🐑

Slide 15 - Slide

blozen:

ik vorm TT: ik bloos
stam: bloz

Z niet in 🐑
--> ik bloos+DE

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

2 of meer

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

oefenen
samengestelde of enkelvoudig?

maak slide 21 t/m 28
lees en maak 18 t/m 21

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Er was eens een prins, die al verschillende kikkers had gekust.
A
samengesteld
B
enkelvoudig

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

De prins was mooi, maar hij stonk ook verschrikkelijk uit zijn mond.
A
enkelvoudig
B
samengesteld

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Prins Theo vindt kikkers leuk terwijl prinses Syl liever met mieren speelt.
A
enkelvoudig
B
samengesteld

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

De kikkers zijn zich wezenloos geschrokken.
A
enkelvoudig
B
samengesteld

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Prinses Syl ziet een mier.
A
enkelvoudig
B
samengesteld

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Zij wil de mier aaien en heeft daarom een boek over insecten gekocht.
A
enkelvoudig
B
samengesteld

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Samen zullen Syl en Theo er wel uitkomen lijkt mij
A
enkelvoudig
B
samengesteld

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Theo heeft al sinds zijn vroege jeugd moeite met lezen.
A
enkelvoudig
B
samengesteld

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

werkwoordsvormen benoemen 

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

2.    ...  de werkwoordsvormen benoemen in een samengestelde zin

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Waarom is het belangrijk om te
weten met welke werkwoordsvorm je te maken hebt in een zin?

Slide 31 - Open question

This item has no instructions

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

vorm: persoonsvorm tegenwoordige tijd
vorm: persoonsvorm verleden tijd zwakke werkwoorden
vorm: voltooid deelwoord
vorm: voltooid deelwoord als bijvnaamwoord
vorm: persoonsvorm verleden tijd sterke werkwoorden
regel: lopen invullen
regel: 't ex-kofschip
regel: 't ex-kofschip
regel: deze ww moet je gewoon kennen
schrijf je zo kort mogelijk

Slide 33 - Drag question

This item has no instructions

Het verschil tussen de persoonsvorm tegenwoordige tijd en verleden tijd - snap ik:
Heel goed, ik kan het nu (bijna) foutloos
Prima, meestal gaat het goed
Mwa, het gaat soms goed, soms ook niet
Niet zo best, ik vind het echt lastig

Slide 34 - Poll

This item has no instructions

Ik kan de persoonsvormen van een samengestelde zin vinden.
😒🙁😐🙂😃

Slide 35 - Poll

This item has no instructions