Ik kan zwemmen. - I can swim.
Ik kan niet Japans spreken. - I can't/cannot speak Japanese.
Vanwege haar ziekte kan Alice geen bezoek ontvangen.
Because of her illness, Alice isn't able to see visitors.
Toen ik jong was, kon ik kilometers hard lopen.
When I was young I was able to run for miles/I could run for miles.
Ik kon een goedkoop kaartje kopen.
I was able to buy a cheap ticket.