test vormgeving PO

DIKKERTJE DAP
DIKKERTJE DAP
1 / 19
next
Slide 1: Slide
Culturele en kunstzinnige vormingBasisschoolGroep 3-6

This lesson contains 19 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

DIKKERTJE DAP
DIKKERTJE DAP

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wie is Dikkertje Dap
Dikkertje is het jongetje op de trap dat vrolijk zijn tong uitsteekt naar de giraf πŸ˜›
Dikkertje Dap is de naam van een bekend versje en liedje over het jongetje Dikkertje en de giraf die hij bezoekt.

Slide 2 - Slide

  • Toon de poster van de film en lees de titel voor: Dikkertje Dap.
    Wie zal dat zijn?
    (Dikkertje is het jongetje op de trap dat vrolijk zijn tong uitsteekt naar de giraf.) 

  • Kennen de leerlingen Dikkertje Dap

  • Wie kan daar wat over vertellen?
    (Dikkertje Dap is de naam van een bekend versje en liedje over het jongetje Dikkertje en de giraf die hij bezoekt.) 

  • Vertel de leerlingen dat de filmmakers het versje van Dikkertje zo mooi vonden dat ze er een hele film bij hebben gemaakt en dat de leerlingen dadelijk het hele versje te horen krijgen.
Wat zie je nog meer
Een man en een vrouw in een autootje met een grote plant, een typisch Nederlands dorp en een papagaai op een bordje aan een paal.

Slide 3 - Slide

  • Vraag de leerlingen op te noemen wat er nog meer te zien is op de poster behalve Dikkertje en de giraf. (Een man en een vrouw in een autootje met een grote plant, een typisch Nederlands dorp en een papegaai op een bordje aan een paal.) 
Wat staat er op de bordjes

Slide 4 - Slide

  • Lees voor wat er op de bordjes staat: Dierentuin en School. Deze bordjes zijn een paar keer te zien in de film.

  •  Vraag de leerlingen wat ze opvalt aan de letters van de titel?
    (De letters hebben dezelfde tekening als de huid van de giraf; bruine vlekken met witte randen.)
Van wie is dit vel?

Slide 5 - Slide

  • Niet alleen de giraf ook andere dieren hebben een huid met lijnen en vlakken. Welke dieren herkennen de leerlingen?
Wie wonen in een dierentuin?

Slide 6 - Slide

  • Welke van deze dieren zijn in Nederland vooral in een dierentuin te zien? 

Zeg, Giraf, zei Dikkertje Dap, 
Mag ik niet eens even bij je 
stiekem van je nek afglijen? 
Zo maar eventjes voor de grap, 
denk je dat de grond van Artis 
als ik neerkom, heel erg hard is? 
Stap maar op, zei de giraf, 
stap maar op en glij maar af. 

Dikkertje Dap klom van de trap 
met een griezelig grote stap. 
Op de nek van de giraf
zette Dikkertje Dap zich af,
roetsjj daar gleed hij met een vaart 
tot aan 't kwastje van de staart. 
Boem! Au!! 

Dag Giraf, zei Dikkertje Dap. 
Morgen kom ik weer hier met de trap.


Dikkertje Dap
 klom op de trap 
's morgens vroeg om kwart over zeven 
om de giraf een klontje te geven. 
Dag Giraf, zei Dikkertje Dap, 
weet je, wat ik heb gekregen? 
Rode laarsjes voor de regen! 
't Is toch niet waar, zei de giraf, 
Dikkertje, Dikkertje, ik sta paf. 

O Giraf, zei Dikkertje Dap, 
'k moet je nog veel meer vertellen: 
Ik kan al drie letters spellen: 
a b c, is dat niet knap? 
Ik kan ook al bijna rekenen! 
Ik kan mooie poppetjes tekenen! 
Lieve deugd, zei de giraf,
Kerel, kerel, ik sta paf.
Bron: Annie M.G. Schmidt, Het fluitketeltje.                                                            Em. Querido’s Uitgeverij, Amsterdam 1992

Slide 7 - Slide

  • Lees de tekst van het versje Dikkertje Dap voor of zing het samen met de kinderen. 
Wat zie je uit het versje?
Dikkertje Dap πŸ˜›
Rode laarsjes ❀️
De trap
De giraffe

Slide 8 - Slide

  • Kunnen de leerlingen zich uit de poster nog elementen herinneren uit het liedje?
    (Dikkertje, de rode laarsjes, de trap en de giraf.)

Slide 9 - Video

  • Vertel de leerlingen dat ze een voorfilmpje (trailer) gaan zien van Dikkertje Dap.
    Een voorfilmpje laat kort zien waar de film over gaat zonder alles te verklappen. 
Vond je het leuk?
πŸ™‹πŸΌ
Wil je de de film helemaal zien?
πŸ™‹πŸ½β€β™‚οΈ

Slide 10 - Slide

  • Vraag de leerlingen wat ze ervan vinden.
    Hebben ze zin om de hele film te gaan zien?
    Wat vonden ze er leuk aan?
Welke dingen uit het versje zag je in de trailer?

Slide 11 - Slide

  • Welke dingen uit het versje zie je terug in de trailer?
    (Kwart over zeven opstaan, rode laarsjes, roetsjen van de nek van de giraf en hard neerkomen.)
Dikkertje heeft maar 
één rode laars aan. 

πŸ˜‚
πŸ‘€
Waar is de andere laars?

Slide 12 - Slide

  • Dikkertje heeft maar één rode laars aan. Waar is de andere laars?
    (De andere laars staat bij Raf op het hoofd. Dan ziet iedereen op school dat ze bij elkaar horen, zegt Dikkertje.)
Dikkertje wil dat Raf daar komt zitten πŸ’›
Dikkertje wil dat het 
stoeltje naast hem vrij blijft. 
                               
Waarom?

Slide 13 - Slide

  • Dikkertje wil dat het stoeltje naast hem vrij blijft, waarom?
    (Dikkertje wil dat Raf daar komt zitten.)
Hoe leren jonge dieren dan dingen?
πŸ™†πŸΌβ€β™‚οΈ
Door hun ouders na te doen en door te spelen en om te gaan met hun soortgenoten.
πŸ‘±πŸ»β€β™€οΈ
Giraffen die hoeven toch helemaal niets meer te leren, die zijn al helemaal af!
πŸ‘±πŸ»β€β™€οΈ
Waarom is Raf niet op school?
πŸ™πŸΌβ€β™‚οΈ

Slide 14 - Slide

β€˜Giraffen die hoeven toch helemaal niets meer te leren, die zijn al helemaal af.’ 
  • Dat zegt de mama van Dikkertje als hij vraagt waarom Raf niet op school is. 
  • Hoe leren jonge dieren dan dingen? (Door hun ouders na te doen en door te spelen en om te gaan met hun soortgenoten.)
Waarom moeten kinderen wel naar school?
πŸ™†πŸΌβ€β™‚οΈ
Kinderen moeten leren schrijven, lezen, rekenen en goed leren nadenken.
πŸ‘±πŸ»β€β™€οΈ

Slide 15 - Slide

  • Waarom moeten kinderen wel naar school?
    (Kinderen moeten leren schrijven, lezen, rekenen en goed leren nadenken.)
Letterboek

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Maak woordjes

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Video

This item has no instructions