Les 11 Menu-engineering

1 / 37
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Programma
  1. Terugblik vorige les (10 min)
  2. Lesdoelen (5 min)
  3. Theorie (40 min)
  4. Controlevragen (10 min)
  5. Afsluiting/vooruitblik (10 min)

Slide 2 - Slide

Terugblik
  • inkoop
  • inslag
  • credits
  • inslagfactor
  • kostprijsfiche
  • vvp
  • hulpgrondstofkosten


Slide 3 - Slide

Welk product denk je dat qua inkoop- en verkoopprijs ver uit elkaar liggen?

Slide 4 - Open question

Leerdoelen

Aan het eind van de les:

  • kun je uitleggen wat het begrip

menu-engineering betekent

  • weet je hoe het programma voor menu-engineering is opgesteld
  • ken je de vier categorieën en weet je waarom een gerecht tot een bepaalde categorie behoort
  • kun je aanbevelingen doen ten aanzien van de vier verschillende categorieën

Slide 5 - Slide

Menu-engineering

- Wat kost? (inkoopprijs)

- Wat levert het op? (verkoopprijs)

- In wat voor mate waarderen

de gasten het? (populariteit)


Slide 6 - Slide

Menumanipulatie?

Menu-engineering = een hulpmiddel bij het bewaken en bijstellen van het assortiment.


De verkoopgegevens worden gerubriceerd en geanalyseerd. Uit de analyse trek je conclusies.

Slide 7 - Slide

Mogelijkheden menu-engineering

1. je beoordeelt per gerecht de winstbijdrage

2. je verbetert het rendement op de menukaart

3. je kunt de menukaart gebruiken als communicatiemiddel

4. je stelt een menukaart samen die gebaseerd is op de eisen en wensen van de gast

Slide 8 - Slide

Voorbereiding
Registreren van de aantallen verkochte gerechten per gerecht. Dit over een vooraf vastgestelde periode. Ideaal is 2 maanden.

Slide 9 - Slide

Het programma

Kolom 1 = naam van het gerecht

Kolom 2 = de verkoopprijs, incl. 6 % btw

Kolom 3 = inkoopprijs (berekent d.m.v. kostprijsberekening)

Kolom 4 = hoeveel gerechten er een bepaalde periode zijn verkocht

Kolom 5 = de verkoopprijs, excl. 6 % btw

Kolom 6 = brutomarge in euro's

Slide 10 - Slide

Het programma

Kolom 7 = de omzet in euro's

Kolom 8 = inkoop totaal in euro's

Kolom 9 = brutowinst totaal

Kolom 10 = marge in percentage

Kolom 11 = omzet percentage van het totaal

Kolom 12 = de categorie

Slide 11 - Slide

Voorbeeld

Slide 12 - Slide

Stap: 1

Men houdt van een aantal gerechten bij hoe vaak deze in
een maand (of langer) verkocht zijn.



Slide 13 - Slide

Stap: 2

Van elk gerecht dat je de afgelopen maand hebt bij
gehouden ga je kijken wat de inkoop en inslag is. (Inkoop is wat je koopt voor de gerechten bij de groothandel, inslag is wat je daadwerkelijk hebt verbruikt). Ook deze gegevens noteer je naast elk gerecht.



Slide 14 - Slide

Stap: 3

Zodra men bovenstaande gegevens heeft gaat men nog iets
verder kijken. Nu gaan we kijken naar hoevaak een gerecht is verkocht, wat de prijs is op de menukaart en vergelijken deze met de gegevens uit stap 2. Zo weet men dus wat de opslagfactor is. Met deze gegevens kan men zien wat het
effect is van dit gerecht op je omzet. Je maakt elke keer berekeningen op basis van 1 persoon.



Slide 15 - Slide

Stap: 4

Na het rubriceren van deze gegevens, kun je deze gaan
analyseren. En om deze analyse gaat het juist bij menu-engeneering. Men wil namelijk inzichtelijk krijgen hoe deze gerechten “lopen” en hoeveel je erop verdient. Daarom gaat men deze gerechten categoriseren.



Slide 16 - Slide

Stap: 5

Nadat je de kaart hebt fine getuned blijf je deze in de gaten houden. Blijven gerechten we in trek? Een nieuwe kaart bij het nieuwe seizoen verdient ook weer een grondige analyse.
Menu-engeneering is en blijft een proces welke je meerdere keren uitvoert om zo in de gaten te blijven houden of je genoeg verdient aan de kaart.



Slide 17 - Slide

Categorie

Winnaar = een populair gerecht bij de gast, draagt gunstig bij aan de brutowinst.

Hardloper = een iets minder populair gerecht, draagt niet gunstig bij aan de brutowinst.

Slaper = dit gerecht is niet populair bij de gasten, levert wel een gunstige brutowinst op.

Verliezer = dit gerecht is niet populair bij de gasten en draagt

niet gunstig bij aan de brutowinst

Slide 18 - Slide

Ons onderzochte bedrijf:  Die drie Haringhe

Slide 19 - Slide

4 hoofdgerechten

1. Lamsschouder met Lamscarré

2. Schelvis

3. Gebraden eendeborst

4. Tarbot op de graat gebakken


Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Winnaar
Hardloper

Slide 22 - Slide

Aanbevelingen

Winnaar:

  • let streng op het standaardreceptuur
  • let op standaardpresentatie
  • let op standaardporties
  • handhaaf kwaliteitsnormen
  • beveel hem aan

Slide 23 - Slide

Aanbevelingen

Hardloper:

  • plaats dit gerecht in een menu met gerechten met een hoger brutomarge
  • minder prominente plaats op de kaart
  • test prijselasticiteit (stijging?)
  • minder duur produceren

Slide 24 - Slide

Aanbevelingen

Slaper:

  • geef een prominente plaats op de menukaart
  • promoot het gerecht (krijtborden)
  • pas de naam of garnituur aan
  • probeer het aantal slapers op de menukaart klein te houden

Slide 25 - Slide

Aanbevelingen

Verliezer:

  • pas het gerecht een beetje aan
  • of haal het gerecht van de kaart

Slide 26 - Slide

Menu-engineering is een hulpmiddel bij het bewaken en bijstellen van....
A
het personeel
B
het assortiment
C
de prijzen
D
de locatie

Slide 27 - Quiz

Welke periode is aan te raden voor het registreren van de aantallen verkochte gerechten per gerecht
A
1 week
B
2 weken
C
1 maand
D
2 maanden

Slide 28 - Quiz

Wat staat er bij menu-engineering in de eerste kolom?
A
verkoopprijs
B
categorie
C
naam van het gerecht
D
inkoopprijs

Slide 29 - Quiz

Wat staat er bij menu-engineering in de laatste kolom?
A
verkoopprijs
B
categorie
C
naam van het gerecht
D
inkoopprijs

Slide 30 - Quiz

Bij welke categorie hoort deze omschrijving:
dit gerecht is niet populair bij de gasten, levert wel een gunstige brutowinst op
A
Winnaar
B
Hardloper
C
Slaper
D
Verliezer

Slide 31 - Quiz

Bij welke categorie hoort deze omschrijving:
een iets minder populair gerecht, draagt niet gunstig bij aan de brutowinst
A
Winnaar
B
Hardloper
C
Slaper
D
Verliezer

Slide 32 - Quiz

Bij welke categorie hoort deze omschrijving:
een populair gerecht bij de gast, draagt gunstig bij aan de brutowinst
A
Winnaar
B
Hardloper
C
Slaper
D
Verliezer

Slide 33 - Quiz

Bij welke categorie hoort deze omschrijving:
dit gerecht is niet populair bij de gasten en draagt
niet gunstig bij aan de brutowinst

A
Winnaar
B
Hardloper
C
Slaper
D
Verliezer

Slide 34 - Quiz

Huiswerk

Maken:


  • Boek: Financieel management
  • H 11 Menu-engineering
  • Opdrachten: 1 t/m 18



Slide 35 - Slide

Evaluatie leerdoelen

Aan het eind van de les:

  • kun je uitleggen wat het begrip

menu-engineering betekent

  • weet je hoe het programma voor menu-engineering is opgesteld
  • ken je de vier categorieën en weet je waarom een gerecht tot een bepaalde categorie behoort
  • kun je aanbevelingen doen ten aanzien van de vier verschillende categorieën

Slide 36 - Slide

Vooruitblik op de volgende les

- Wanneer is de eerst volgende

   theorieles?


- Boek: Financieel management


- Excel

Slide 37 - Slide