Verhaalanalyse

Verhaalanalyse
Toets T6.1
- Onderdeel poëzie 50%
- Onderdeel verhaalanalyse 50%
1 / 36
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Verhaalanalyse
Toets T6.1
- Onderdeel poëzie 50%
- Onderdeel verhaalanalyse 50%

Slide 1 - Slide

Verhaalanalyse
Kan op twee manieren:
- Tijdens de toets tekst + vragen
- Voor de toets zelf literaire tekst schrijven waarin je laat zien dat je de termen beheerst. Tijdens de toets een verantwoording.

Slide 2 - Slide

Stukje theorie
Met de link op de volgende dia word je in vogelvlucht door de theorie van verhaalanalyse genomen. 
Uitgebreidere info vind je in het iBook Literaire verhalen en begrippen dat op de Elo staat, module 2.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Link

Keuzestress...
Je kiest nu een vorm die je verder gaat voorbereiden: of je kiest voor het zelf schrijven (slides met blauwe bolletjes), of je kiest voor de tekst met vragen (slides met paarse bolletjes) tijdens de toets.

Slide 5 - Slide

Zelf tekst schrijven

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Heb jij al een idee over een hoofdpersoon? Welk doel of probleem heeft hij/zij?

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Welk perspectief heeft jouw voorkeur en waarom? Ga je dit ook in je verhaal gebruiken?

Slide 11 - Open question

Slide 12 - Slide

Met welk thema wil jij graag iets doen in je verhaal?

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Slide

Welke stijlfiguur en welke beeldspraak zou je i.i.g. graag willen gebruiken?

Slide 15 - Open question

Zet 'm op, begin!
Jouw verhaal

Slide 16 - Mind map

Slide 17 - Slide

Wat vind je van het verhaal?
A
Fantastisch!
B
Best okay
C
Niet zo leuk of moeilijk
D
Huh, welk verhaal?

Slide 18 - Quiz

1. Als je let op de afloop van het verhaal, blijkt er regel 35 tot en met 68 voor het eerst een motief op te duiken. Welk?

Slide 19 - Open question

2. Zo blijken er ook twee motieven te verschijnen in regel 1 tot en met 33. Welke?

Slide 20 - Open question

3. Welk nieuw motief is aanwezig in regel 68 tot en met 97?

Slide 21 - Open question

4. Verklaar de titel.

Slide 22 - Open question

5. Is Lodewijk een flat of een round character?
(flat character = type, round character = karakter) Licht toe.

Slide 23 - Open question

6a. Waarom wil Lodewijk van huis weg?

Slide 24 - Open question

6b. Om welke redenen wil Lodewijk zo snel mogelijk een doodkist?

Slide 25 - Open question

7a. Noteer de grootste tijdverdichting
(inclusief regelnummers).

Slide 26 - Open question

7b. Citeer drie bewijsplaatsen uit de tekst die suggereren dat Lodewijk gek wordt.
Vergeet niet de regelnummers erbij te vermelden!

Slide 27 - Open question

8a. Zie regel 192 t/m 202.
Welke techniek gebruikt de schrijver hier?

Slide 28 - Open question

8b. Wat is het doel van die tijdverdichting?

Slide 29 - Open question

9a Wat is de grootste open plek in dit verhaal?

Slide 30 - Open question

9b. Wordt die open plek ingevuld
A
Ja
B
Nee

Slide 31 - Quiz

9c. Hoe wordt die open plek ingevuld? Wat is het antwoord op de vraag?

Slide 32 - Open question

10. Bij wie ligt het perspectief en hoe noem je dat perspectief?

Slide 33 - Open question

11. Formuleer het thema. Daar mag je best een zin van maken.

Slide 34 - Open question

Oefenen
Er staan op de Elo nog veel meer oefenteksten. Dit is een goede manier om je voor te bereiden op de toets. Het is nodig dat je de literaire begrippen kent, anders begrijp je de toetsvragen niet. 
Daarvoor is het iBook een heel goede mogelijkheid.

Slide 35 - Slide

Fijne vakantie! 
Mocht je nog ergens tegenaan lopen, mail gewoon even.

Slide 36 - Slide