Wanneer je verwijst naar een onbepaald woord als iets, niets, alles, enige:
- Dit is het enige wat ik voor je kan doen.
Wanneer je verwijst naar de hele voorafgaande zin:
- Hij had het advies veranderd, wat wij goed vonden.
Direct na woorden met een overtreffende trap:
- Dat is het eerste wat je morgenochtend moet doen.