Oefentoets GRD 1.2

• Sociaal werk
• MBO
• Studiejaar 2

Oefentoets groepsdynamica

Reader periode 1 + 2

Wat is een:
1. Groep
2. Categorie
3. Collectiviteit

Noem minimaal 2 soorten groepen.

Wat is GEEN belangrijk groepsverschijnsel?

1. Groepscohesie
2. Groepsstructuur
3. Groepsmacht
4. Groepsproces

Waardoor kun je groepscohesie versterken? Noem 2 voorbeelden

Wat is een sociogram?

Wat zijn de 5 fasen van het groepsproces?

Zet in de juiste volgorde:
prestatiefase, vormfase, normfase, afscheidsfase, stormfase.

Welke gebeurtenissen kunnen invloed hebben op het groepsproces?

Wat is GEEN functie van ruzie maken?

1. Conflict oplossen
2. Verkennen van grenzen
3. Gevoelens uiten
4. Nieuwsgierigheid stimuleren

Welke 4 partijen zijn er in een pesterij?

Noem drie manieren om te voorkomen dat er een sfeer ontstaat waarin gepest wordt.

Waarom kan subgroep vorming
ook negatief zijn?

Wat kun je doen als een deelnemer in jouw groep overlijdt?