6.6 Populaties


Wat gebeurt er met de biomassa in de opeenvolgende schakels van een voedselketen?
A
In iedere schakel neemt de biomassa toe
B
Niks, de biomassa blijft gelijk
C
In iedere schakel neemt de biomassa af
D
Na 1 schakel is de biomassa verdwenen
1 / 17
next
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 59 min

Items in this lesson


Wat gebeurt er met de biomassa in de opeenvolgende schakels van een voedselketen?
A
In iedere schakel neemt de biomassa toe
B
Niks, de biomassa blijft gelijk
C
In iedere schakel neemt de biomassa af
D
Na 1 schakel is de biomassa verdwenen

Slide 1 - Quiz

een beetje rekenen......

Slide 2 - Slide

Piramide van aantallen !

Slide 3 - Slide

een beetje rekenen......

Slide 4 - Slide

Piramide van biomassa !

Slide 5 - Slide

Opdracht 18
Reducenten maken energie vrij door de afbraak van energierijke stoffen in dode resten van producenten en consumenten. Welke energierijke stoffen worden in ieder geval door reducenten afgebroken?

A
Eiwitte, koolhydraten en zouten
B
Koolhydraten, eiwitten, vetten en mineralen
C
Vetten, DNA, eiwitten en zouten
D
DNA, eiwitten , koolhydraten en vetten

Slide 6 - Quiz

Om 1kg rundvlees te produceren is ongeveer 30kg voer nodig. Voor de productie van 1kg eetbaar insectenvlees is dat maar ongeveer 3 kg.
Waardoor hebben insecten, om zwaarder te worden, minder energierijke stoffen nodig dan runderen?

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Video

6.6 Populaties

Slide 9 - Slide

Biologisch evenwicht tussen konijnen en vossen

Slide 10 - Slide

BIOTISCHE FACTOREN: invloeden uit de levende natuur, zoals het aanbod van voedsel
ABIOTISCHE FACTOREN: invloeden uit de levenloze natuur, zoals de temperatuur, wind, regen

Slide 11 - Slide

Populatiegrootte hangt af van de biotische en abiotische factoren. Een optimumkromme laat zien wanneer de overlevingskansen het grootste zijn

Slide 12 - Slide

Welke soort overleeft
het beste
schommelingen in
de temperatuur?
A
soort a
B
soort b
C
soort c
D
soort d

Slide 13 - Quiz

Welke factor is abiotisch?
A
Bodemgesteldheid
B
Ziekteverwekkers
C
Parasieten
D
Planten

Slide 14 - Quiz

Welke kenmerken horen bij landplanten die in
een droog milieu leven?
A
Grote, platte bladeren
B
Hoge tolerantie voor luchtvochtigheid
C
Sterk ontwikkeld wortelstelsel
D
Zwak ontwikkeld wortelstelsel

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

Welk organisme hoort
in laag X van de
voedselpiramide?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 17 - Quiz