- Je weet wat een plantage is.
- Je weet welke gewassen slaven moesten verbouwen voor de Europese markt.
- Je weet wanneer Suriname een Nederlandse kolonie werd.
- Je weet waar de Antillen vroeger voor werden gebruikt.
- Je kunt het leven van een slaaf kort omschrijven.
- Je kunt uitleggen hoe de slavenhandel werkt.
- Je weet dat slavernij en slavenhandel in de 18de eeuw heel normaal waren.
- Je kent de Nederlandse rol in de slavenhandel.
- Je kunt uitleggen wat abolitionisme is.
- Je weet wanneer Nederland slavernij verbood.
- Je weet wat de Amerikaanse Burgeroorlog was en weet waarom deze werd uitgevochten.
- Je kent de begrippen: plantage, slavernij, slavenhandel, abolitionisme.
- Je kent de jaartallen: 1667, 1833, 1865
- Je kent de personen en hun rol in dit hoofdstuk: Abraham Lincoln