4.7 Sporten: gezond sporten

4.7 Gezond sporten
1 / 25
next
Slide 1: Slide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

4.7 Gezond sporten

Slide 1 - Slide

wat gaan we vandaag doen?
herhalen 4.6 Je bloed en bloedsomloop
bespreken huiswerk
nieuwe theorie: 4.7 Gezond sporten
zelf aan de slag

Slide 2 - Slide

4.6 Je bloed en bloedsomloop
bloedvatenstelsel:
je hart en alle bloedvaten bij elkaar

bloedsomloop:
de weg die het bloed aflegt door het lichaam

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Je bloed en bloedsomloop
het hart zorgt ervoor dat je bloed door je bloedvaten blijft stromen

er zijn 3 soorten bloedvaten:
- slagaders
- haarvaten
- aders



Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Je bloed en bloedsomloop
slagaders:
- lopen van het hart naar de organen in je lichaam
- bevat veel zuurstof: zuurstofrijk
- in je boek rood gekleurd

pols

Slide 7 - Slide

Je bloed en bloedsomloop
haarvaten:
- zeer kleine bloedvaten
- in al je organen
- het zuurstof in het bloed wordt afgegeven aan de organen
- bloed is eerst zuurstofrijk, daarna zuurstofarm (weinig zuurstof)

Slide 8 - Slide

je bloed en bloedsomloop
aders:
- lopen van een orgaan naar je hart
- bevatten weinig zuurstof: zuurstofarm
- in je boek blauw gekleurd

Slide 9 - Slide

Je bloed en bloedsomloop
Het zuurstofarme bloed gaat vanuit het hart naar de longen: hier komt er weer zuurstof in het bloed (gaswisseling).

In de longblaasjes wordt koolstofdioxide uitgewisseld met zuurstof (zie vorige basisstof).
Het bloed is daardoor weer zuurstofrijk.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Je bloed en bloedsomloop
lichaamstemperatuur
Tijdens het sporten is er veel verbranding in je spieren.
Hierbij komt warmte vrij en stijgt je lichaamstemperatuur.

Als je lichaamstemperatuur te hoog wordt, kan je oververhit raken.

Slide 13 - Slide

Je bloed en bloedsomloop
De huid helpt om oververhitting tegen te gaan:
- de bloedvaten vervoeren de warmte door je lichaam
- de haarvaten in de huid worden wijder: daardoor kan er meer bloed doorheen stromen
- via de huid geeft het lichaam warmte af aan de omgeving
- en je gaat zweten: koelt het lichaam ook af

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

4.7 Gezond sporten
Bij het sporten werken de volgende orgaanstelsels samen:
- bottenstelsel
- spierstelsel
- ademhalingsstelsel
- bloedvatenstelsel

Deze stelsels hebben we eerder dit hoofdstuk besproken.

Slide 16 - Slide

Gezond sporten
Het is van belang dat je goed voor jezelf zorgt voor tijdens en na het sporten.

Belangrijk bij het sporten zijn:
- eten
- drinken
- kleding

Slide 17 - Slide

Gezond sporten
Er zijn verschillende soorten sporters:
- krachtsporters (gewichtheffer):
moet voor kortere tijd inspanning leveren
- duursporters: (hardloper):
moet voor langere tijd inspanning leveren

Beide soorten sporters hebben verschillende soorten voeding (eten) nodig.

Slide 18 - Slide

Gezond sporten
Een krachtsporter heeft eiwitrijk voedsel nodig. Deze eiwitten zijn bouwstoffen die helpen bij het maken van nieuwe spiervezels.

Een duursporter heeft koolhydraatrijk voedsel nodig. Koolhydraten zijn brandstoffen. Ze zorgen voor voldoende energie om lang vol te houden.

Slide 19 - Slide

eiwitten
koolhydraten
zit in
vlees en eieren
pasta en brood (zetmeel en glucose)
soort stof
bouwstof
brandstof
zorgt voor
maken van nieuwe spiervezels
voldoende energie

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Gezond sporten
Tijdens het sporten zweet je veel en daardoor verlies je vocht.
Daardoor kan je last krijgen van uitdroging.

Het beste is om tijdens en na het sporten voldoende water te drinken.
Een sportdrank is alleen nodig als je langdurig gaat sporten.

Slide 22 - Slide

Gezond sporten
Het is belangrijk dat je de juiste kleding draagt.

Deze kleding kan meerdere functies hebben:
- je moet je gemakkelijk kunnen bewegen
- je zweet moet snel kunnen worden afgevoerd en verdampen
- herkenning bij teamsport
- bescherming bij sommige sporten
- hulpmiddel: b.v. keepershandschoenen

Slide 23 - Slide

vragen
VRAGEN? 

Slide 24 - Slide

zelf aan de slag
opdracht 38 t/m 40 maken (is huiswerk)

Slide 25 - Slide