11-12-2024: lezen H2

Aan het eind van deze week:
- ken je de verschillende tekstsoorten en tekstdoelen;
- zoomen we in op de "informatieve tekst" en kun je verschillende bijbehorende tekstsoorten benoemen;
- heb je geoefend met verschillende teksten voor begrijpend lezen;

- ben je elke dag weer begonnen met 10 minuutjes lezen! 

Open je boek op bladzijde 118

1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Aan het eind van deze week:
- ken je de verschillende tekstsoorten en tekstdoelen;
- zoomen we in op de "informatieve tekst" en kun je verschillende bijbehorende tekstsoorten benoemen;
- heb je geoefend met verschillende teksten voor begrijpend lezen;

- ben je elke dag weer begonnen met 10 minuutjes lezen! 

Open je boek op bladzijde 118

Slide 1 - Slide

Lezen

Slide 2 - Slide

Je verslag bestaat uit een tweedeling. Wat betekent dit?
A
Hij bestaat uit 2 alinea's
B
Hij bevat een inleiding en een kern
C
Hij bevat een inleiding, kern & slot
D
Hij bevat een kern en een slot

Slide 3 - Quiz

Opdracht 9a: Horen de woorden bij objectief of subjectief?
subjectief
objectief
feitelijk
bevooroordeeld
gekleurd
neutraal
onpartijdig
partijdig
persoonlijk
vooringenomen
zakelijk

Slide 4 - Drag question

Rosa heeft een prachtig kapsel.
Volgens deskundigen gaat het slecht met het damhert. 
Meester Bram vindt Koen een slimme leerling. 
Turkije verbiedt roken in het openbaar. 
Het is een schande dat Trump niet erkent dat Biden de verkiezingen heeft gewonnen. 
Nederland telt nu 35 daltonscholen. 
Subjectief
Objectief
Subjectief
Subjectief
Objectief
Objectief

Slide 5 - Drag question

A. antwoord op vraag
B. herhaling informatie
C. wat ga je vertellen, nieuwsgierig maken
D verzameling zinnen die met elkaar samenhangen
1 middenstuk
2 inleiding
3 slot
4 kernzin
5 alinea
E. de inhoud

Slide 6 - Drag question

Wat is geen goed voorbeeld van een informatieve tekst?
A
nieuwsbericht
B
handleiding
C
ingezonden brief
D
interviewverslag

Slide 7 - Quiz

Het doel van de schrijver in een betoog is
A
Amuseren
B
Informeren
C
Overtuigen
D
Beschouwen

Slide 8 - Quiz

Hoofdzaak
Bijzaak
voorbeelden
extra uitleg
details
kernzin
hoofdgedachte
grappige weetjes
tekstdoel

Slide 9 - Drag question


Welk doel heeft de schrijver dus bij het schrijven van een uiteenzetting?
Uitleg
Het schrijversdoel van een uiteenzetting is het informeren van de lezer. De schrijver probeert dat doel te bereiken door zoveel mogelijk feiten en/of objectieve informatie met de lezer te delen.
A
Hij wil de lezer informeren.
B
Hij wil de lezer overtuigen.
C
Hij wil de lezen activeren.
D
Hij wil de lezer amuseren.

Slide 10 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een betogende tekst?
A
een nieuwsbericht
B
een ingezonden brief
C
een reclamefolder
D
een recept

Slide 11 - Quiz

De aanleiding noemen
Een vraag stellen
Een samenvatting geven
De mening geven
een nieuwsbericht
een uiteenzetting
een interviewverslag
Een betoog

Slide 12 - Drag question

Welke uitspraak over kernzin is waar?

Een kernzin:
A
is een samenvatting van de alinea
B
bevat de hoofdzaken van de alinea
C
is altijd de eerste zin van de alinea
D
is niet in alle alinea's aanwezig

Slide 13 - Quiz

Weektaak
Bladzijde 118 t/m 122
Opdracht 18, 19, 20, 21, 22

Slide 14 - Slide

Weet je nu:
- Wat de verschillende tekstdoelen met bijbehorende tekstsoorten zijn?
- Hoe je verschillende informatieve tekstsoorten herkent? 
- Wat voor boek je gaat lezen in P2? 







Huiswerk: 
    Lezen H2.3
    Bladzijde 118 t/m 122
    • Opdracht 18, 19, 20, 21, 22





    Slide 15 - Slide