27-11-2024: lezen 2.3: objectief

Aan het eind van deze week:
- ken je de verschillende tekstsoorten en tekstdoelen;
- zoomen we in op de "informatieve tekst" en kun je verschillende bijbehorende tekstsoorten benoemen;
- heb je geoefend met verschillende teksten voor begrijpend lezen;

- weet je welk boek je leest in periode 2!

Open je boek op bladzijde 129: verwijswoorden

1 / 13
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Aan het eind van deze week:
- ken je de verschillende tekstsoorten en tekstdoelen;
- zoomen we in op de "informatieve tekst" en kun je verschillende bijbehorende tekstsoorten benoemen;
- heb je geoefend met verschillende teksten voor begrijpend lezen;

- weet je welk boek je leest in periode 2!

Open je boek op bladzijde 129: verwijswoorden

Slide 1 - Slide

De schrijver in een betoog geeft zijn mening. Wat is zijn doel?
A
De lezer uitleg geven
B
De lezer overtuigen
C
De lezer informeren
D
De lezer overhalen

Slide 2 - Quiz

Subjectief of objectief?

'Dat is het mooiste huis van de straat.'
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 3 - Quiz

Onder aan de advertentie staan twee zinnen.

Zijn dit feiten of meningen?

A
Feiten
B
Meningen
C
Een feit en een mening

Slide 4 - Quiz

Wat is het argument in:

Omdat gokken verslavend is, moet het verboden worden.
A
Gokken is verslavend
B
Gokken moet verboden worden
C
Ik ben aan gokverslaafd
D
Verslavende dingen moeten verboden worden

Slide 5 - Quiz

De schrijver geeft zijn mening: Dit is de slechtste shoarma die ik ooit heb gehad.

Is deze tekst objectief of subjectief?
A
objectief
B
subjectief

Slide 6 - Quiz

Als een argument over een feit gaat, is het dan een subjectief of objectief argument?
A
objectief
B
subjectief

Slide 7 - Quiz


Feit, mening
of argument?


A
Argument
B
Feit
C
Mening

Slide 8 - Quiz

Wat is het argument in:

Ik eet geen pindakaas, want ik ben allergisch voor pinda’s.
A
Ik eet geen pindakaas
B
Ik ben allergisch
C
Ik ben dol op pindakaas
D
Ik ben allergisch voor pinda's

Slide 9 - Quiz

"De aarde warmt helemaal niet op. Er valt nog steeds ontzettend veel sneeuw en ik heb het het hele voorjaar koud gehad."
A
Objectief argument
B
Subjectief argument

Slide 10 - Quiz

Argumenten kunnen zowel objectief als subjectief zijn.
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quiz

Bespreken
bladzijde 108 t/m 110
  • Opdracht 4, 5, 6

Slide 12 - Slide

Weet je nu:
- Wat de verschillende tekstdoelen met bijbehorende tekstsoorten zijn?
- Hoe je verschillende informatieve tekstsoorten herkent? 
- Wat voor boek je gaat lezen in P2? 







Huiswerk: 
    Lezen H2.3
    bladzijde 108 t/m 110
    • Opdracht 4, 5, 6, 7, 8



    Slide 13 - Slide