Laatste les

Welkom klas 4 
Verstandelijk gehandicapten zorg 

Voeg jezelf toe aan lesson up! 
1 / 51
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom klas 4 
Verstandelijk gehandicapten zorg 

Voeg jezelf toe aan lesson up! 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we vandaag doen?
- Cijfers stageverslag
- 3de uur Uitwerken "wat je moet leren voor de toets"
- 4de uur Quiz wordt gedeeld in Lessonup.  code: rloxf
- Vragen rondje ? 
- 5de uur theorietoets! Pen en rekenmachine klaarleggen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat je moet leren voor de toets
- leer op verschillende manieren 
- Beantwoord de vragen. Zoek dit op in je theorie/ gemaakte opdrachten.
- mindmap, 3-luik, quizvragen maken 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Benoem 3 soorten handicaps

Slide 5 - Mind map

This item has no instructions

Welke handeling hoort NIET bij het organiseren van een activiteit?
A
Passen bij de belevingswereld van de doelgroep.
B
Activiteit is op inspanningsniveau afgestemd.
C
Je evalueer de activiteit
D
Je sluit een activiteit af

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Welk van de onderstaande schoonmaakmiddelen is een zuur schoonmaakmiddel?
A
Groene zeep
B
Ammonia
C
Afwasmiddel
D
wc ontkalker

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Sleep de woorden naar de juiste afbeelding:
Stofwisser
Zeem
Luiwagen
Materiaalwagen
Mop/dweil

Slide 8 - Drag question

This item has no instructions

Toiletruimte schoonmaken: Om hygiënisch te werken, is het belangrijk dat je een goede werkvolgorde hanteert.  Zet de werkwijze in de goede volgorde.

1
2
3
4
De wc-bril schoonmaken.
De deurkruk schoonmaken.
De binnenkant van de wc-pot schoonmaken.
De wastafel of het fonteintje schoonmaken.

Slide 9 - Drag question

Het is belangrijk dat medewerkers bij het schoonmaken de juiste volgorde hanteren, omdat anders een oppervlak juist vuil wordt gemaakt. Werk dus altijd van schoon naar vuil. Gebruik schoonmaakmaterialen na een vuil gedeelte niet weer voor een schoner gedeelte. Sanitair is te onderscheiden in ‘schoon’ (wastafel, tegels) en ‘vuil’ sanitair (binnenkant toiletpot, lage tegels naast toilet).
Aan het einde van de wandeling hebben wij in het restaurant een glas fris gedronken en Iris en Bart namen een ijsje.
A
Subjectief
B
Objectief

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Rik woont in een huis voor begeleid wonen. Zijn kamer is een chaos. Hij vergeet vaak dingen en is vaak afgeleid. Hij is altijd met andere dingen bezig.
Van welke psychische aandoening kan er bij hem sprake zijn?

A
ADHD
B
ASS
C
ODD

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wat is geen type schoonmaakmiddel?

A
Reinigingsmiddelen
B
Onderhoudsmiddelen
C
Desinfectiemiddelen
D
Detectiemiddelen

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Hoe heet dit schoonmaakmiddel?
A
Allesreiniger
B
Afwasmiddel
C
Schoonmaakazijn
D
Schuurmiddel

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Hoe kun je rekening houden met de privacy van een cliënt die je moet wassen?
A
Een ander washandje gebruiken voor het onderlijf.
B
Een handdoek onder het hoofd leggen.
C
Het gordijn dichtdoen.

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Waarom is het belangrijk om de benodigdheden vooraf klaar te zetten als je iemand in bed wast?
A
Omdat je de benodigdheden dan niet met iemand anders hoeft te delen.
B
Omdat de cliënt anders afkoelt.
C
Omdat het bed anders nat wordt.
D
Omdat het water dan wat kan afkoelen.

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

In welke volgorde voer je de stappen uit als je iemand in een rolstoel zet? 
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4 
Stap 5
Klap de voetsteunen omlaag.
Klap de voetsteunen weg (omhoog).
Plaats de cliënt in de rolstoel.
Zet de rolstoel op de remmen.
Zet de voeten van de cliënt op de voetsteunen.

Slide 16 - Drag question

This item has no instructions

Duwrolstoel

Elektrische rolstoel
Handbewogenrolstoel

Slide 17 - Drag question

This item has no instructions

Het doel van ergonomie is om zoveel mogelijk ...................... klachten te voorkomen
A
psychische
B
lichamelijke
C
geestelijke
D
sociale

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Hoe heet dit schoonmaakmiddel?
A
Afwasmiddel
B
Schuurmiddel
C
Schoonmaakazijn
D
Allesreiniger

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Waar gebruik je afwasmiddel voor?

A
De afwas
B
de afwas en het sanitair
C
De afwas, meubels en deuren
D
Afwasmiddel en houten vloeren

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Zoek een foto op van een luiwagen

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Wat is microvezel schoonmaken?
A
Een sopje met veel schoonmaakmiddel
B
Klamvochtige doek die je uitspoelt in een emmer met sop
C
Klamvochtige doeken, zonder schoonmaak middel
D
De toiletten schoonmaken

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Waarbij helpt het doen van creatieve activiteiten ?
A
Het geeft je het gevoel nuttig te zijn
B
Zo kun je je gevoel uiten
C
Zo kun iets duidelijk maken zonder dat je iets hoeft te zeggen
D
Het is fijn om creatief bezig te zijn

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Hoe kan een personenalarmsysteem ervoor zorgen dat een cliënt langer thuis kan blijven wonen?
A
Met zo’n systeem is de cliënt minder eenzaam.
B
Met zo’n systeem kan de cliënt hulp inschakelen in geval van nood.
C
Met zo’n systeem kan de cliënt zich makkelijker verplaatsen in huis.

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Noem 1 voorbeeld van een creatieve activiteit

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

Harm heeft een ernstig verstandelijke beperking, hij heeft een ontwikkelingsleeftijd van .... jaar
A
16
B
3
C
5
D
7

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Waarom doe je het raam dicht als iemand op bed wordt gewassen?
A
Dan word de cliënt die gewassen wordt niet koud
B
Dan hoor je geen geluiden van buiten
C
Anders komt er vuil van buiten naar binnen
D
In verband met privacy

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Wat gebruik je voor het schoonmaken van het aanrechtblad op de foto?

A
Schuursponsje
B
Schuurmiddel
C
Mild, neutraal schoonmaakmiddel

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Gevarensymbolen. Sleep de beschrijving naar het juiste symbool
Ontvlambare stoffen
Explosieve stoffen
Schadelijke/ irriterende stoffen

Bijtende stoffen
Giftige stoffen

Slide 29 - Drag question

This item has no instructions

Het was een heerlijke dag! Wat hebben wij genoten van de busrit naar de Keukenhof!
A
Subjectief
B
Objectief

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Nadat wij aankwamen, kregen wij een lekker gebakje met een kop koffie of thee.
A
Subjectief
B
Objectief

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Kim wil het liefst vader en moedertje spelen met Fabian
A
Subjectief
B
Objectief

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Lees de volgende omschrijving.
‘Niet goed of helemaal niet kunnen zien of horen.’

Welk begrip hoort bij deze omschrijving?

Slide 33 - Open question

This item has no instructions

Er zijn beroepen in de gehandicaptenzorg op verschillende niveaus.

Welk beroep hoort bij niveau 3?
A
Assistent-begeleider gehandicaptenzorg
B
Medewerker maatschappelijke zorg
C
Persoonlijk Begeleider Gehandicaptenzorg

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

De werkvolgorde bij het schoonmaken is?
A
Van schoon naar vuil
B
Van vuil naar schoon

Slide 35 - Quiz

Docent: 
Jullie mogen de vraag beantwoorden
Kies het juiste antwoord.
Als assistent begeleider gehandicapten zorg ..

A
ondersteunt de cliënt bij persoonlijke verzorging.
B
neem je altijd zelfstandig beslissingen.
C
mag je verpleegkundige handelingen uitvoeren.
D
mag je medicatie toedienen.

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Vul het juiste woord in op de stippellijn.
Iemand met het verstandelijke niveau van een zevenjarige heeft een …………………………………. beperking.

Slide 37 - Open question

This item has no instructions

Kemal zit in een rolstoel omdat zijn benen verlamd zijn. Hij is ook nog blind.
Welk soorten handicaps heeft Kemal?

A
Sociale beperking & zintuigelijke handicap
B
Motorische handicap & Sociale beperking
C
Verstandelijke handicap & sociale beperking
D
Motorische handicap &Zintuigelijke handicap

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel energie gebruiken jongeren die op school zitten, ongeveer per dag?

A
1200
B
2000
C
1800
D
2200

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions

Hoe noem je een rolstoel die de gebruiker zelf kan voortbewegen met behulp van een grijphoepel op de grote wielen?
A
Duwrolstoel
B
Elektrische rolstoel
C
Handbewogen rolstoel

Slide 40 - Quiz

This item has no instructions

De groep bestaat uit jongens in de leeftijd van 14 en 15 jaar.
A
Homogene/ horizontale groep
B
Homogene groep
C
Verticale/ heterogene groep
D
Heterogene groep

Slide 41 - Quiz

This item has no instructions

Verticale groep bestaat uit?
A
Volwassen in de leeftijd van 44/45 jaar
B
Kinderen in de leeftijd van 16 jaar
C
Kinderen in de leeftijd van 0 t/m 4 jaar
D
Ouderen in de leeftijd van 80 t/m 90 jaar

Slide 42 - Quiz

This item has no instructions

In deze groep zitten jong volwassen (18 t/m 23 jaar) die een Lichamelijke beperking hebben.
A
Verticaal/ Homogene groep
B
Verticaal/ Heterogene groep
C
Horizontaal/heterogene groep
D
Horizontaal/ Homogene groep

Slide 43 - Quiz

This item has no instructions

Voor meneer Jansen is het belangrijk dat hij bewegingsspelletjes doet. Welke van onderstaande spellen is een bewegingsspel?
A
bal gooien
B
voorlezen
C
bingo
D
kaarten bij de kaartclub

Slide 44 - Quiz

This item has no instructions

Welke activiteiten stimuleert de fijne motoriek?

meerdere antwoorden mogelijk
A
verstoppertje spelen
B
tekening maken
C
voetballen
D
knippen en plakken

Slide 45 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een activiteiten programma?
A
Eén activiteit voor een hele dag
B
Een aantal activiteiten achter elkaar aan
C
Een optreden waarbij je mee mag doen?

Slide 46 - Quiz

This item has no instructions

Iemand die verlamd is heeft de volgende handicap
A
motorisch
B
ernstige handicap
C
zintuigelijk
D
Autisme

Slide 47 - Quiz

This item has no instructions

Iemand met een niveau van een 12 jarige is
A
Ernstig gehandicapt
B
Matig gehandicapt
C
Licht gehandicapt
D
Motorisch gehandicapt

Slide 48 - Quiz

This item has no instructions

Over wat voor soort handicap gaat het? "Iemand kan moeilijk contact maken met andere"
A
Zintuigelijk
B
Sociale
C
Verstandelijke beperking
D
Motorisch

Slide 49 - Quiz

This item has no instructions

Laat een foto zien waar een lichamelijke handicap zichtbaar is.

Slide 50 - Open question

This item has no instructions

Wat houdt meervoudig gehandicapt in?

Slide 51 - Open question

This item has no instructions