Laatste les

Welkom klas 4 
Verstandelijk gehandicapten zorg 

Voeg jezelf toe aan lesson up! 
1 / 33
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom klas 4 
Verstandelijk gehandicapten zorg 

Voeg jezelf toe aan lesson up! 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat was het leukste dat je tijdens je stage hebt mee gemaakt?

Slide 2 - Open question

This item has no instructions

Wat gaan we vandaag doen?
- Quiz 
- Uitwerken begrippenlijst 
- Vragen rondje 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Soorten handicaps

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

Wat is een activiteiten programma?
A
Eén activiteit voor een hele dag
B
Een aantal activiteiten achter elkaar aan
C
Een optreden waarbij je mee mag doen?

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Welk van de onderstaande schoonmaakmiddelen is een zuur schoonmaakmiddel?
A
Groene zeep
B
Ammonia
C
Gootsteenontstopper
D
wc ontkalker

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Aan het einde van de wandeling hebben wij in het restaurant een glas fris gedronken en Iris en Bart namen een ijsje.
A
Subjectief
B
Objectief

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Rik woont in een huis voor begeleid wonen. Zijn kamer is een chaos. Hij vergeet vaak dingen en is vaak afgeleid. Hij is altijd met andere dingen bezig.
Van welke psychische aandoening kan er bij hem sprake zijn?

A
ADHD
B
ASS
C
ODD

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Wat is geen type schoonmaakmiddel?

A
Reinigingsmiddelen
B
Onderhoudsmiddelen
C
Desinfectiemiddelen
D
Detectiemiddelen

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Hoe heet dit schoonmaakmiddel?
A
Allesreiniger
B
Afwasmiddel
C
Schoonmaakazijn
D
Schuurmiddel

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Hoe heet dit schoonmaakmiddel?
A
Afwasmiddel
B
Schuurmiddel
C
Schoonmaakazijn
D
Allesreiniger

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Waar gebruik je afwasmiddel voor?
Er zijn meerdere antwoorden mogelijk
A
De afwas en als vloerreiniger
B
de afwas en als allesreiniger
C
De afwas en voor het ramen zemen
D
Afwasmiddel en houten vloeren

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een luiwagen?
A
Een kar waarmee de schoonmaak middelen worden vervoerd
B
Een schrobber
C
Een schoonmaakdoek
D
Een dweilmachine

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wat is microvezel schoonmaken?
A
Een sopje met veel schoonmaakmiddel
B
Klamvochtige doek die je uitspoelt in een emmer met sop
C
Klamvochtige doeken, zonder schoonmaak middel
D
De toiletten schoonmaken

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Waarbij helpt het doen van creatieve activiteiten ?
A
Het geeft je het gevoel nuttig te zijn
B
Zo kun je je gevoel uiten
C
Zo kun iets duidelijk maken zonder dat je iets hoeft te zeggen
D
Het is fijn om creatief bezig te zijn

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Hoe kan een personenalarmsysteem ervoor zorgen dat een cliënt langer thuis kan blijven wonen?
A
Met zo’n systeem is de cliënt minder eenzaam.
B
Met zo’n systeem kan de cliënt hulp inschakelen in geval van nood.
C
Met zo’n systeem kan de cliënt zich makkelijker verplaatsen in huis.

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Noem 1 voorbeeld van een creatieve activiteit

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Harm heeft een ernstig verstandelijke beperking, hij heeft een ontwikkelingsleeftijd van .... jaar
A
3
B
16
C
5
D
7

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Waarom doe je het raam dicht als iemand op bed wordt gewassen?
A
In verband met privacy
B
Dan hoor je geen geluiden van buiten
C
Anders komt er vuil van buiten naar binnen
D
Dan word de cliënt die gewassen wordt niet koud

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Wat gebruik je voor het schoonmaken van het aanrechtblad op de foto?

A
Mild, neutraal schoonmaakmiddel
B
Schuurmiddel
C
Schuursponsje
D
Spons of doekje

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Gevarensymbolen. Sleep de beschrijving naar het juiste symbool
Ontvlambare stoffen
Explosieve stoffen
Schadelijke/ irriterende stoffen

Bijtende stoffen
Giftige stoffen

Slide 21 - Drag question

This item has no instructions

Het was een heerlijke dag! Wat hebben wij genoten van de busrit naar de Keukenhof!
A
Subjectief
B
Objectief

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Nadat wij aankwamen, kregen wij een lekker gebakje met een kop koffie of thee.
A
Subjectief
B
Objectief

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Kim wil het liefst vader en moedertje spelen met Fabian
A
Subjectief
B
Objectief

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Lees de volgende omschrijving.
‘Niet goed of helemaal niet kunnen zien of horen.’

Welk begrip hoort bij deze omschrijving?

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

Er zijn beroepen in de gehandicaptenzorg op verschillende niveaus.

Welk beroep hoort bij niveau 3?
A
Assistent-begeleider gehandicaptenzorg
B
Medewerker maatschappelijke zorg
C
Persoonlijk Begeleider Gehandicaptenzorg

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

De werkvolgorde bij het schoonmaken is?
A
Van schoon naar vuil
B
Van vuil naar schoon

Slide 27 - Quiz

Docent: 
Jullie mogen de vraag beantwoorden
Kies de juiste twee antwoorden.
Als medewerker maatschappelijke zorg ..

A
geef je en ontvang je feedback.
B
neem je altijd zelfstandig beslissingen.
C
mag je verpleegkundige handelingen uitvoeren.
D
zorg je voor een passende dagbesteding voor cliënten.

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Vul het juiste woord in op de stippellijn.
Iemand met het verstandelijke niveau van een zevenjarige heeft een …………………………………. beperking.

Slide 29 - Open question

This item has no instructions

Kemal zit in een rolstoel omdat zijn benen verlamd zijn. Hij is ook nog blind.
Welk soorten handicaps heeft Kemal?

A
Motorische handicap
B
Sociale beperking
C
Verstandelijke handicap
D
Zintuigelijke handicap

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel energie gebruiken jongeren die op school zitten, ongeveer per dag?

A
1200
B
2000
C
1800
D
2200

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Hoe noem je een rolstoel die de gebruiker zelf kan voortbewegen met behulp van een grijphoepel op de grote wielen?
A
Duwrolstoel
B
Elektrische rolstoel
C
Handbewogen rolstoel

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Begrippenlijst 
- leer op verschillende manieren 
- lees eerst door 
- mindmap, 3-luik, quizvragen maken 

Slide 33 - Slide

This item has no instructions