zorg en welzijn formatieve toets Nick

Zorg en welzijn 
formatieve toets Nick
1 / 40
next
Slide 1: Slide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Zorg en welzijn 
formatieve toets Nick

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Sleep het pictogram naar de juiste categorie.







GHS pictogrammen voor gevaren voor de gezondheid

GHS pictogrammen voor Materiële gevaren
GHS pictogrammen voor gevaren voor het milieu

Slide 2 - Drag question

This item has no instructions

Groothuishouding

Kleinhuishouding

Slide 3 - Drag question

This item has no instructions

Sleep de betekenis naar het juiste pictogram.
explosief
schadelijk voor het milieu
giftig

Slide 4 - Drag question

This item has no instructions

oxiderend
Welke pictogram hoort bij de beschrijving?

Slide 5 - Drag question

This item has no instructions

(zeer) giftig
Welke pictogram hoort bij de beschrijving?

Slide 6 - Drag question

This item has no instructions

koolmonoxide
Welke pictogram hoort bij de beschrijving?

Slide 7 - Drag question

This item has no instructions

JUIST
ONJUIST
Ergonomie is de wetenschap die de relatie van de mens tot zijn omgeving onderzoekt.
Ergonomie heeft niets te maken met arbeidsomstandigheden

Slide 8 - Drag question

This item has no instructions

Spiegel schoonmaken
Kalkaanslag verwijderen
Toilet desinfecteren

Slide 9 - Drag question

This item has no instructions

Schoonmaken.

Toiletruimte schoonmaken: Om hygiënisch te werken, is het belangrijk dat je een goede werkvolgorde hanteert.  Zet de werkwijze in de goede volgorde.

1
2
3
4
De wc-bril schoonmaken.
De deurkruk schoonmaken.
De binnenkant van de wc-pot schoonmaken.
De wastafel of het fonteintje schoonmaken.

Slide 10 - Drag question

Het is belangrijk dat medewerkers bij het schoonmaken de juiste volgorde hanteren, omdat anders een oppervlak juist vuil wordt gemaakt. Werk dus altijd van schoon naar vuil. Gebruik schoonmaakmaterialen na een vuil gedeelte niet weer voor een schoner gedeelte. Sanitair is te onderscheiden in ‘schoon’ (wastafel, tegels) en ‘vuil’ sanitair (binnenkant toiletpot, lage tegels naast toilet).
Wat heb je nodig voor ramen wassen?
Wat heb je nodig bij tafels schoonmaken?

Slide 11 - Drag question

This item has no instructions

Wat hoort bij wat?
Slaapkamer stofzuigen
Schoonmaken met een doek waarin schoonmaak-
middel is verwerkt
Ramen wassen
Oppervlak reinigen met alcohol
Nat schoonmaken
Droog schoonmaken
Desinfecteren
Klamvochtig schoonmaken

Slide 12 - Drag question

This item has no instructions

Dagelijkse schoonmaak
Wekelijkse schoonmaak
Periodieke schoonmaak
Bovenop kasten schoonmaken
Glazen deur
wassen
Legen van prullenbak

Slide 13 - Drag question

This item has no instructions

Wat is de functie van onderhoudsmiddelen?
A
Dat materialen glanzen
B
Dat materialen niet meer roesten
C
Dat materialen geen bacterie meer bevatten
D
Dat materialen een extra beschermlaagje krijgen

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Welk soort schoonmaakmiddel zorgt ervoor dat de meeste micro-organismen dood gaan?
A
desinfecteermiddel
B
onderhoudsmiddel
C
oplosmiddel
D
reinigingsmiddel

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Periodieke schoonmaak is
A
iets dagelijks reinigen
B
onregelmatig iets reinigen
C
met vaste regelmaat iets reinigen
D
nooit iets reinigen

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Wat is frequentie in de schoonmaak?
A
Aantal keer dat iets voorkomt
B
Het aantal keer in een bepaalde tijd
C
Hoeveel je nodig hebt
D
Hoeveel tijd nodig is

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Wat is klamvochtig schoonmaken?
A
Stof en vuil afnemen met een natte doek.
B
Stof en vuil afnemen met een droge doek.
C
Stof en vuil afnemen met een goed uitgewrongen doek.
D
Stof en vuil afnemen met een stuk keukenpapier.

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Waarmee ontkalk je een koffiezetapparaat?



A
Chloor.
B
Natuurazijn.
C
Groene zeep.
D
Soda.

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

De werkvolgorde bij het schoonmaken is?
A
Van schoon naar vuil
B
Van vuil naar schoon

Slide 20 - Quiz

Docent: 
Jullie mogen de vraag beantwoorden
Door de tafel 1x per jaar in te wrijven met meubelwas wordt de levensduur langer. Hoe heet dit middel?
A
reinigingsmiddel
B
onderhoudsmiddel
C
desinfecteermiddel
D
ontkalker

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Door de tafel 1x per jaar in te wrijven met meubelwas wordt de levensduur langer. Hoe heet dit middel?
A
reinigingsmiddel
B
onderhoudsmiddel
C
desinfecteermiddel
D
ontkalker

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Waarvoor dient een onderhoudsmiddel?
A
Dit beschermt materialen tegen vuil en beschadiging
B
Dit is om het materiaal schoon te maken

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Terpentine is een
A
Onderhoudsmiddel
B
Reinigingsmiddel
C
Desinfecteermiddel
D
Oplosmiddel

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Je ziet hieronder 3 afbeeldingen. 
Sleep de juiste afbeelding naar de bijbehorende schoonmaakgraad.
huishoudelijk schoon
smetschoon
ruwschoon

Slide 25 - Drag question

This item has no instructions

  Als je een werkplanning gaat maken, wat is de juiste volgorde?
Schrijf alle werkzaamheden op
Bepaal wat de juiste volgorde is van de werkzaamheden
Zet de werkzaamheden in de juiste volgorde in een planningsschema
Schrijf achter elke werkzaamheid hoe lang je erover doet
Tel alle tijden bij elkaar op, dan weet je hoe lang je in totaal bezig bent

Slide 26 - Drag question

This item has no instructions

Ruwschoon
Huishoudelijk schoon
Smetschoon

Slide 27 - Drag question

This item has no instructions

wat is de juiste volgorde van afwassen met de hand?
1
2
3
4
5

Slide 28 - Drag question

This item has no instructions

  • Jij bent goed bezig! er komen nu nog 10 vragen uit de casus van Annet en Jaap.
 
TIP: Als je een begrip lastig vindt, schrijf het op en zoek het na de toets op. 

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Wat is objectief?
A
De bal is rond
B
Mevrouw heeft een leuke bril
C
De kantine is mooi

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Subjectief is ...
A
feiten
B
meningen

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Sleep de afbeeldingen naar het juiste hokje. Is het wel of niet representatief?
Wel representatief
Niet representatief

Slide 32 - Drag question

This item has no instructions

Sleep de juiste woorden naar informeel of formeel tekst en taalgebruik
Informeel
Formeel
Vrienden
Mensen die je niet kent
U
Je of jij
Straattaal
Koninklijkhuis

Slide 33 - Drag question

This item has no instructions

Formeel
Informeel

Slide 34 - Drag question

This item has no instructions

Open vraag
Gesloten vraag
Waar woon je?
Ben jij verliefd?
Kom je mee?
Hoe gaat het met je?

Slide 35 - Drag question

This item has no instructions

vuilnis
GFT
grofvuil
puin

Slide 36 - Drag question

This item has no instructions

In welke volgorde voer je de stappen uit als je iemand in een rolstoel zet? 
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4 
Stap 5
Klap de voetsteunen omlaag.
Klap de voetsteunen weg (omhoog).
Plaats de cliënt in de rolstoel.
Zet de rolstoel op de remmen.
Zet de voeten van de cliënt op de voetsteunen.

Slide 37 - Drag question

This item has no instructions

verbaal
non-verbaal

Slide 38 - Drag question

This item has no instructions

Hoe gaat het met jou?
Hoe gaat jet met jou op dit moment?
😒🙁😐🙂😃

Slide 39 - Poll

This item has no instructions

1. Hoe vond je het gaan?
2. Hoe zit het met de begrippenkennis van mens en omgeving?
3. Geef jezelf een tip en een top op je werkhouding bij zorg en welzijn. Wat gaat goed > wat kan beter?

Slide 40 - Open question

This item has no instructions